Weekje Londen deel 1

9 november 2023 - Zoetermeer, Nederland

“Dus waar gaat de reis deze keer naar toe?”

De dikke meneer naast me lijkt oprecht geïnteresseerd en dat mag ook wel omdat ik al meer dan een half uur naar zijn verhaal heb zitten luisteren. Hij vertelde over zijn werk bij defensie en dat weer omdat ik hem vertelde over Don die ook graag bij defensie aan de slag zou willen gaan maar niet de juiste ingang weet te vinden. De dikke meneer zei dat het voor zo’n hele specifieke wens als mijn zoon heeft ook niet eenvoudig zal zijn om de juiste deur te vinden en die ook nog eens open te krijgen. Dus ik vraag uiteraard of hij niet iemand weet, maar hij blijkt al weer een aardige tijd gepensioneerd en zijn contacten zijn daarmee ook een beetje opgedroogd. Dat schiet niet op.

“Naar London” is mijn korte antwoord en ik wil er nog van alles aan toevoegen maar de dikke meneer valt mij al in de rede. “Dan zit je in deze gang niet goed hoor. Ik ga naar Liverpool en die andere gate is bestemd voor Edinburgh”. Ik heb nog een leuke “get out of here” voor hem in petto, maar besluit toch maar eens goed naar de borden te kijken en me niet teveel meer te verlaten op de steward die mij eerder adviseerde om hier te gaan zitten. En warempel, ik zit verkeerd. Het blijkt vervolgens nog een hele klus om de juiste gate te vinden en als dat eenmaal het geval is moet ik heel snel zijn om nog mee te mogen. Ik ga dan ook zo’n beetje als laatste het vliegtuig in, terwijl de lieftallige dames van Easy Jet kijken me nog net niet boos aankijken.

November is nu niet bepaald de meest florissante periode om Londen met een bezoek te vereren, maar Ashia kon niet eerder vrij krijgen vanuit Zuid Afrika, dus dat vraagt dan het nodige van mijn aanpassingsvermogen.

De vliegreis is verder een piece of cake, maar het idee om ergens op of rond het centrum te arriveren heb ik al even laten varen. Ik blijk een ticket te hebben geboekt voor South End en dat is op zo’n dik uur treinen van het centrum. Het regent en het voelt guur aan als ik een stap buiten het vliegveld zet, op weg naar de trein, maar het is ook gelukkig maar een klein stukje. Dat hebben die Engelsen toch maar goed gedaan. Ik ben nog blijer verrast als ik van de kaartjes meneer hoor dat de trein er al over 3 minuten is. “Out in Stratford, tube to Stanmore, 17 stations out”. Dat was alles wat hij mij wilde vertellen op mijn toch heel vriendelijke vraag waar ik moet zijn, West Hampstead. Maar het blijkt inderdaad allemaal kinderlijk eenvoudig. Ik laat het nachtelijk uitzicht aan mij passeren en bedenk dat ik dit keer veel minder ver hoef te reizen dan Ashia. Eenmaal op bestemming is het gezellig en voelt het als vanouds, ook al is het al weer een maand of acht geleden dat we gedag hebben gezwaaid in Cape Town.

Het is de bedoeling dat we een dikke week Londen onveilig gaan maken en er staat dan ook het nodige op het programma. Allereerst kopen we de volgende ochtend in een winkeltje naast de Undergroud 2 Oyster cards. Die zijn niet goedkoop (2 kaarten voor 95 pond voor een week), maar daarmee kun je dan wel ongelimiteerd binnen zone 1 en 2 (dat is zo’n beetje heel centrum Londen) tuben en door heel Londen bussen.

Ons onderkomen ligt in het verlengde van Abbey Road, dus uiteraard hebben we de studio bezocht en als een ware Beatle op het zebrapad gelopen. Helemaal vergeten mijn schoenen uit te doen, maar ach, misschien maar goed ook, anders wordt er misschien nog gedacht dat ook ik dood ben. Later hoor ik van mijn goeie compadre Pedro dat dit allang niet meer het originele zebrapad is omdat het een aantal meters is verlegd en uiteraard al tig keer overgeschilderd, maar dat mag verder de pret niet drukken.

We tuben met de Jubilee Line (dat is één van de ondergrondse trajecten) naar Tower Hill en daar wordt ik toch enigszins overweldigd door emoties. Zo vaak over de Tower of Londen gelezen, zo vaak de Tower Bridge op foto’s gezien en dan ineens kan ik ze beide zo goed als aanraken. We spenderen een stevig aantal uren in het kasteel (want anders dan de naam doet vermoeden is de Tower of Londen een groot kasteel en niet alleen een toren). We werpen een blik op de kroonjuwelen en ander goud- en zilverwerk (veel bling bling), maar ik ben niet onder de indruk. Sieraden hebben me nog nooit veel gedaan.

Veel leuker zijn alle verklede ridders en jonkvrouwen die op de binnenplaats lopen en omdat het bijna Haloween is zien we ook heksen, trollen, tovenaars en kollen.

Of zijn die er niet vanwege Haloween, maar wél om alle bekende bandieten en criminelen te herdenken die er gevangen hebben gezeten. Hoewel je Anna Boleyn en Catharina Howard (de tweede en vijfde vrouw van Hendrik VIII nou moeilijk crimineel kunt noemen). Toch werden ze er onthoofd. Dat kan weer niet gezegd worden van de 13-jarige koning Edward V. Na allemaal smerige spelletjes door zijn oom Richard (de latere IIIde) kwam hij, samen met zijn broertje in de Tower terecht en tot op de dag van vandaag weet niemand waar de twee jongens gebleven zijn. Dat zou een mooi onderwerp kunnen zijn voor een nog te schrijven boek 😊.

Londen heeft een hele verzameling kerken, maar twee springen er wel uit. St. Pauls Cathedral, opgetrokken in renaissance- en barokstijl met Korintische zuilen. Maar een simpele jongen zoals ik zou eerder zeggen: een geen gelul stijl die doet denken aan mijn opa en oma met overal tierelantijntjes en versierde pilaren. En hij is Groot (met een hoofdletter G dus). We besluiten naar het hoogste nokje te klimmen, bij elkaar bijna 500 treden en genieten van het uitzicht. Hoewel, volgens mij had Ashia haar ogen meer dicht dan open, gezien de hoogtevrees. Eenmaal weer met de beide voetjes op de begane grond kom ik tot de ontdekking dat ik mijn paraplu in de nok heb laten liggen. Ik vraag eerst nog beleefd of Ashia misschien zin heeft om de plu te gaan halen aangezien zij er het meest onder schuil gaat, maar ze bedankt voor de eer. Dus zit er niets anders op dan nogmaals de 500 treden te beklimmen. Aan conditie geen gebrek 😊. Gelukkig ligt mijn pluutje nog ongemoeid op de plek waar ik hem heb achtergelaten. Mea Culpa, mea culpa.

De tweede kerk die er mag zijn is Westminster Abbey. We moeten in de rij staan om binnen te komen, maar gelukkig regent het niet. Als traditionalist haal ik mijn hart op aan alle oude meuk die te bewonderen valt. Zo worden alle koning(in)en er vanaf Willem de Veroveraar gekroond (praten we over bijna 1.000 jaar geleden!)

Er liggen ook veel van diezelfde royalty begraven in hele oude kisten. En het grappige is dat er ook een Poets’ corner is. Daar liggen dus allerlei (on)bekende schrijvers begraven, zoals Geoffrey Chaucer (bekend toch? Van de Canterbury Tales! De wat? De Canterbury Tales! Ooh, die. Jaaa, die). Maar ook de Bronte sisters (ga ik verder niet uitleggen hoor 😊). En ergens in een achteraf stukje van de omloop van de kerk worden we gewezen op de oudste deur van Engeland. Nog steeds de originele uit 1066, hoe bijzonder is dat!

Heel veel gewandeld trouwens ook. Langste stuk van 24.000 stappen, kortste zo’n 13.000. In acht dagen tijd hebben we dus al snel zo’n 150.000 stappen gezet. Dus niet alleen een culturele reis, maar zeker ook een conditionele.

Ontbijten deden we vooral in een Pret (a Porter). Broodjes gezond en vers voor een redelijke prijs. Aan de andere kant, wat is redelijk in Londen? We zijn een keer neergestreken bij een Italiaans restaurant wat in dezelfde straat was gelegen als de plaatselijke RR dealer. Je gaat natuurlijk niet door het raam naar zo’n bolide staan staren, want dat maakt dat je in deze buurt al snel wordt uitgemaakt voor plebs. Dus hebben we dat een beetje geoefend. Voorbij wandelen, even je hoofd naar links draaien, constateren dat er een paar leuke auto’s in de vitrine staan en dan doorlopen alsof het de gewoonste zaak van de wereld is. Dan hoor je erbij. Dan zijn we misschien niet het ‘oude geld’ (want dat kun je wel aan mij zien), maar wel het ‘nieuwe geld’, misschien verdiend in het onroerend goed, de aandelen of in de ICT. Dan is het niet erg als we er uit zien zoals die rijke sloeber van Facebook.

Dus op dezelfde manier lopen we ook het Italiaanse restaurant binnen. Hoofd naar rechts draaien, constateren dat er een leuke eetgelegenheid is en naar binnen gaan alsof het de gewoonste zaak van de wereld is. Maar eenmaal binnen bleek de zaak niet zo gewoon te zijn. We worden met alle egards ontvangen, jassen uitgeholpen, alvast even vlakbij de bar zitten, borrelnootje. “Wilt u alvast wat drinken voor u aan tafel gaat?” Ja, dat willen we wel. De kaart wordt aangereikt en ik word eerst rood en daarna blauw omdat ik me bijna verslik in mijn gratis nootje. Voor twee wijntjes moet maar liefst het lieve sommetje van 31,50 pond worden afgetikt. Dat zal zo’n 35 euro zijn ofwel bijna 80 ouderwetse guldens. Vader Jan zou zich hebben omgedraaid in zijn graf bij het horen van dit soort bedragen. Hij zou zich overigens geen seconde hebben bedacht en direct de zaak hebben verlaten. Zo cru waren wij nu ook weer niet, maar we hebben wel een goeie smoes bedacht om uiteindelijk toch maar niet aan tafel te gaan en het bij deze twee wijntjes te laten. Ik naar het toilet waar ik Ashia bel en vertel haar dat haar oma net is overleden en dat we als de sodemieter naar huis moeten komen. “Ooh ooh ooh, granny dead. How awful, we’ll come immediately” roept ze heel theatraal en hard genoeg om door de waiter gehoord te worden. Terug van het toilet heb ik nog net genoeg tijd om mijn jas aan te trekken. Het eten zal ongetwijfeld lekker hebben gesmaakt, maar ik denk niet dat de portemonnee er rouwig om is dat we even later weer buiten staan.