De Salkantay trail, niet voor watjes – dag 1

20 april 2024 - Mollepata, Peru

“Ola chicos, deze 9 mensen zijn de komende 5 dagen je enige familie, je eet met elkaar, drinkt met elkaar, deelt de mooie en de minder mooie momenten met elkaar, je helpt elkaar waar nodig, let op elkaar en steunt elkaar. Muchachos, je gaat elkaar nog nodig hebben”. Onze gids Raoul is wel iemand van de emotie en overdrijven zal best een kunst zijn, maar als ik het zo hoor beloofd het wat te worden.

We zijn gestopt bij wat ze in Peru een frettoria noemen, een betonnen gebouw met houten tafels met lange banken er aan. Als er al een tafelkleed op ligt dan is ie van plastic, maar verder mag het geen naam hebben. Je kunt de ruimte misschien nog het beste vergelijken met een schoongemaakte koeienstal. Zoals overal in Peru zijn ze met de bouw gestopt op het moment dat het casco staat, verven hebben ze nog niet van gehoord. Daarmee zien de gebouwen er dus niet uit, het is eigenlijk een grote bende om naar te kijken. Maar goed, het voldoet en daar gaat het om.

We zijn vanochtend rond half 5 opgehaald, maar omdat het alles bij elkaar om een groep van 11 mensen gaat duurt het nog zo’n uur voordat we daadwerkelijk Cusco, dat op een hoogte van 3.400 meter ligt, verlaten. De straten zijn bepaald niet verlaten, de zwerfhonden zijn alom vertegenwoordigd, het vuil wordt zo goed en kwaad als het gaat opgehaald, zwervers liggen op een veilig plekje, de verkoopster van allerhande prullaria en eten zijn al weer bezig met hun stalletjes in te richten, de eerste mensen gaan weer naar hun werk, maar bovenal vallen de dronken toeristen op die ongetwijfeld een ontzettend gezellige nacht hebben gehad maar daarvoor nu wel de prijs moeten betalen. Ik zie een meisje een grote vent ondersteunen die van ellende niet meer op zijn benen kan staan en een beetje heen en weer loopt te zwalken, een ander stel dat zich van de omgeving niets aantrekt en heftig ruzie maakt en even verderop een meisje die een innige relatie met een lantaarnpaal lijkt aan te willen gaan, ze hangt er om heen dat het een lieve lust is terwijl ze er lustig op los kotst.

Bij de eerste stop tasten we elkaar allemaal een beetje af. We zullen iedereen nog (veel) beter leren kennen, maar vooralsnog moeten we het doen met deze spaarzame informatie: een stel uit Brazilië (wat later overigens geen stel blijkt te zijn), 2 Duitsers (wat later dan weer wél een stel blijkt te zijn), 2 Canadezen (dito), 1 Nederlandse (en met ons erbij dus 3) en een Engels koppel. Samen met onze gids Raoul maakt dat twaalf mensen. We noemen onszelf dan ook snel ‘Grupo doche’.

We zitten al zeker 3 uur in onze mini Van als we het begin van de trail bereiken, een aantal houten stalletjes waar je wandelspullen, eten, drinken en fruit kunt kopen. Maar mijn blik is volledig gefocust op de spullen die voor ons van belang zijn, de gehuurde slaapzakken en wandelstokken en de plek waar mijn tas op een paard wordt geladen. Don besluit om zijn tas zelf te dragen, ik vind het stoer. En als alles dan in gereedheid is gebracht leggen we de eerste paar honderd meter af van wat uiteindelijk 72 kilometer moet gaan worden, waarbij honderden hoogte meters moeten worden overbrugd. Een klus om je vingers bij af te likken.

De lucht op deze hoogte (op meer dan 3.900 meter) is ijl en ik heb dan ook moeite om fatsoenlijk adem te halen, fuck. Als ik echter van achteruit opruk naar voren merk ik dat ik gelukkig niet de enige ben, iedereen hijgt zwaar en kijkt naar elkaar. Het beloofd een stevige klus te gaan worden.

Met enige regelmaat wordt er gevraagd hoever het nog is en Raoul is niet van plan om ons te sparen. “This is the easy part, guys, straks gaan we pas echt stijgen!” Ondertussen legt hij uit wat we zo allemaal zien in de omgeving en ik moet zeggen, hij heeft er verstand van! En ondertussen dus stevig door klimwandelen. Het is een 2 uur durende hike tot aan ons sky campsite in Soraypampa, maar we doen er bijna 3 uur over. Gelukkig ben ik niet degene die de groep ophoudt anders voldoe je al snel aan het typische idee dat er gewacht moet worden op de oudjes. Ik klimwandel zo’n beetje in het midden. De toon wordt gezet door zoonlief samen met wat later zijn Duitse maatje Lukas blijkt te worden. Ze zijn zo jaloersmakend snel, ogenschijnlijk wandelend met het gemak van een pakpaard die hier overigens volop wandelen.

Soraypampa is een zéér basic camp. We worden ondergebracht in een soort veredelde hondenhokken. Het doet me een beetje herinneren aan het hok in Denemarken waar ik een keer de nacht heb doorgebracht, alleen staan er hier 2 bedden in. Basecamp 1 blijkt echter nog niet de eindbestemming te zijn voor vandaag. Raoul wijst hoog naar boven, naar een immens hoge berg met eeuwige sneeuw erop. Het is een prachtig uitzicht. Maar hij zal toch niet bedoelen ….  “No chicos, we gaan de ‘Savage Mountain’ (ofwel ‘Salkantay’ in de oude Quechua Inca taal) niet beklimmen, dat is een beetje te veel gevraagd, maar we klimmen wel naar het Humantay Lake” en hij wijst ergens hoog en ver weg naar de bergen. “Alsmaar rechtdoor en dan daar” en hij wijst naar een kleine uitstulping hoog boven in de bergen, “slaat het pad linksaf. Dat helemaal blijven volgen en dan doemt de lagoon vanzelf op”. Het klinkt uit zijn mond allemaal zo eenvoudig, maar als we aan de klim beginnen blijkt eerder het tegendeel waar. Wat een onwijze hoogte en het blijft maar doorgaan. Ik denk niet voor de eerste keer (en ook zeker niet voor de laatste keer) aan de woorden van Astrid, steeds stapje voor stapje en blijven ademhalen. Raoul heeft ons gewaarschuwd om niet alleen maar met het klimmen bezig te zijn, maar ook af en toe eens op te kijken en van het uitzicht te genieten. Het is werkelijk en letterlijk adembenemend wat we te zien krijgen. Die hoge bergen, dat ruige landschap, de vegetatie én, naar beneden kijkend de kleine klimmende figuurtjes die net als wij het pad volgen, maar dan wel enkele honderden meters achter (of beneden) ons. Wat een traktatie! En dan eindelijk, na ruim 1,5 klimmen, zien we ineens het rood turquoise water van het Humantay Lake. Veel toeristen maken hier een dagtocht van, busje in Cusco, naar Soraypampa en dan de klim naar het lagoon. Voor ons is het ‘slechts’ een deel van de hele trek. Als de hele groep er is maken we een ussie en daarna strek ik de benen en geniet ik van de gedane inspanning en het uitzicht. Als we uiteindelijk weer beneden in het basecamp zijn is het al donker en wacht ons een warme, karige edoch voedzame maaltijd. Niemand heeft meer al te veel praatjes en omdat er ook geen  douches zijn rest ons slechts een weldadige nachtrust. “Tomorrow guys, is a heavy day. Breakfast at 5.00 and lets hope we reach Collpapampa before dark. Remember that we have to cross the Salkantay pass at its highest point, that’s 4.600 meters guys, so you best get some sleep”. Het is een welgemeend advies en samen met zijn eerdere opmerking dat we morgen niet als iets vreselijks moeten beleven maar er ook van moeten proberen te genieten, val ik in slaap. Hopelijk wordt mijn mooie droom geen nachtmerrie.

Foto’s

2 Reacties

  1. Sidney:
    20 april 2024
    Gaaf man, toch wel ee beetje jaloers 😉👊
  2. Ashia Couturier:
    20 april 2024
    Sjoe sounds hectic but from the pics we'll worth it😘

Jouw reactie