Voorbereiding op Salzburg

31 augustus 2020 - Maassluis, Nederland

Ik kan me onze laatste avond in the States – San Francisco nog levendig voor de geest halen. We zijn overdag naar de Golden Gate bridge geweest en hebben een paar mooie plaatjes geschoten. Daarna naar de toeristen wijk om voor een paar ingewijden wat souvenirs te kopen om de dag vervolgens af te sluiten bij een plaatselijk bekende hamburgertent. Daar bestellen we 1 cola, 1 bier, een portie onion rings en 2 stevige hamburgers voor de lieve som van $ 90,00. Maar goed, het is onze laatste dag dus dan mag het wat kosten. En ’s-avonds zitten we dus in de hotelkamer en voel ik me, om maar eens een lekkere ouderwetse NL uitdrukking te gebruiken, behoorlijk kut. Onze fietsreis is ruw onderbroken door C-19 en in plaats van de westkust van Californië, Oregon en Washington te gaan ontdekken, gaan we morgen terug naar NL.

Kirsten vindt het al even erg, maar probeert me toch een beetje op te peppen. “Ach Pap, je moet het niet zien als het eind van de reis, het is alleen een tijdelijke onderbreking. Over een tijdje zitten we weer op de fiets en gaan we gewoon door met het beleven van onze avonturen”. Toen wilde ik dat maar al te graag geloven, maar ergens in mijn hoofd hoorde ik een heel zacht stemmetje: “dat gaat echt niet gebeuren hoor Mars”.

Gisteren heb ik mijn klus kleren officieel in een hoek van de schuur gelegd en gezegd dat ik ze de komende maand niet meer wil zien. En ik wil ook geen commentaar van ze horen. De afgelopen zes weken hebben voornamelijk in het teken gestaan van het opknappen van onze nieuwe woning in Zoetermeer. Zoetermeer was nou niet direct onze eerste keuze qua leefomgeving, maar ja, je accepteert de woning die er leuk uitziet en dan doe je verder niet zo moeilijk. En aan de andere kant, what the fuck do I care. Het spreekwoord luidt niet voor niets “your home is where your hart is”.

Het is overigens niet bij deze zes weken gebleven, want de vier weken daarvoor heb ik zus Sonja geholpen met de verbouwing van haar woonkamer. Dus na tien weken klussen vind ik het wel weer even welletjes en bereid me vanaf vandaag voor op mijn nieuwe uitdaging: fietsen vanuit Maassluis naar Salzburg.

In de afgelopen zes maanden zijn mijn fietsspullen overal en nergens terecht gekomen. Ik ben dus zo ongeveer de hele dag aan het zoeken geweest naar mijn tassen, de juiste kleren, de tent, slaapzak, luchtbed en alle andere redelijk essentiële zaken die een fietstocht zo aangenaam maken. Ik krijg met enige regelmaat de vraag waar toch die drang vandaan komt om op de fiets te gaan zitten en een eind weg te trappen. Steeds moet ik dan weer zeggen: ik heb geen flauw idee. Niet iedereen neemt echter genoegen met zo’n antwoord, dus als ik dan wat dieper nadenk zal het ongetwijfeld met de hang naar avontuur te maken hebben. Het gevoel van volledige vrijheid die je volgens mij alleen maar kan ervaren op de fiets. Een auto kan kapot gaan en dan sta ik onbeholpen langs de kant van de weg. En je moet steeds benzine tanken wat telkens weer een aanslag op je portemonnee is. Hetzelfde geldt voor een motor. Geen flauw idee hoe die dingen werken. En dat is ook niet nodig zolang ze het doen, maar is dat niet het geval, dan zijn de rapen gaar. Wandelen geeft ook absoluut eenzelfde gevoel van vrijheid, maar dat gaat mij weer net even iets te langzaam. Daar komt bij dat mijn lichaam na een paar uur van stevig de pas erin heftig gaat protesteren. Algemene klacht: last van mijn alles. En met fietsen heb ik dat niet. Ik kan uren op mijn zadel zitten (weliswaar met behulpzame ondersteuning van het zeemleren deel van mijn fietsbroek), word niet snel moe noch sacherijnig en na een dag ben je zomaar tenminste 50 km verder. Twee of drie van die dagen en je bent NL uit. Er kleven nauwelijks nadelen aan de reis die ik ga maken, op één na. Ik vind alléén fietsen echt niks. Nou, dat is ook weer niet helemaal waar. Het fietsen zelf is in je eentje goed tot zeer goed te doen. Nee, het gaat vooral om de tijd die je niet fietsend doorbrengt. Je kan niet ff met iemand overleggen of het verstandig is om nog een stukje door te fietsen óf naar een camping te gaan zoeken. Je kunt de ervaring van onderweg niet naderhand delen (heb je die berg gezien!!!! ;  wat een klootzak he, die ons afsneed en bijna de berm induwde!!!! ) en je kunt ook niet samen proosten op de mooie dag die geweest is en de volgende nog mooiere dag die nog moet gaan komen. Het lijkt allemaal erg triviaal als je het zo opschrijft, maar lezers die langere tijd alleen op weg zijn zullen het ongetwijfeld herkennen.

Je kunt dan natuurlijk denken: dan ga je toch niet, maar dat is weer net ff te makkelijk. De drang is gewoonweg te groot en dan komt er dat moment waarop je denkt: het maakt me niet uit of ik alleen ga of niet, maar nu gaat het echt gebeuren. Vóór die tijd zijn er best wat  inventariserende gesprekken gevoerd met potentiële ‘ik-wil-mee’ fietsers. Zoon- en dochter lief zijn allebei aan hun studie begonnen, dus die moesten afhaken. Voor Johan was de reis te ver. Daarnaast had hij zijn eigen redenen om nu thuis te blijven. Peet was een goeie mogelijkheid, maar zijn wegen leiden op een andere manier naar Rome dan die van mij. Ton had helaas geen tijd, voor Mattie was het te kort dag en Eric moet nu eenmaal goud en zilver verkopen.

In de kast vind ik de rackpack van zowel Kirsten als van mij. Die gebruikte we in Azië om de tent (die we niet één keer hebben opgezet), de slaapzak en het luchtbed in op te bergen. Emotioneel als ik ben krijg ik tranen in mijn ogen als ik die van Kirsten inspecteer en ‘m vervolgens aan de kant zet. Wat hebben we toch een pracht tijd gehad samen. En weer hoor ik dat stemmetje diep van binnen: “die tijd gaat echt nooit meer terugkomen Mars”.

Foto’s

2 Reacties

  1. Arie,sandra, jasper en thomas:
    1 september 2020
    Veel geluk in zoetermeer en succes met de tocht naar salzburg

    Groetjes Arie, Sandra, Jasper en Thomas
  2. Marcel:
    3 september 2020
    Dank je wel lieve (ex) buren. Ik ben jullie zeker niet vergeten hoor en kom absoluut nog een keer de straat ingefietst, maar ik kon het de afgelopen periode nog niet opbrengen.