Tri en HCMC

2 februari 2020 - Ho Chi Minh City, Vietnam

“Ik spreek misschien niet zo goed Engels als mijn leeftijdsgenoten” beantwoord Tri mijn vraag of ze Engels spreekt. Dat nodigt uit tot doorvragen. Enigszins verlegen en terughoudend gaat ze toch door omdat ik aan blijf dringen. “Dat komt omdat ik vaak heb moeten verzuimen van school”. Ja….? Ze komt niet makkelijk op gang omdat het onderwerp blijkbaar lastig is voor haar. “Mijn vader heeft altijd heel veel gedronken. En op het moment dat hij dronken was, begon hij mijn moeder te slaan. Omdat hij gelukkig nog wel het fatsoen had om dat niet te doen als mijn broertje of ik in de buurt waren, zorgde ik er voor dat ik thuis was, mijn broertje was nog te klein”. Ik ben wel wat heftige verhalen gewend gezien mijn carrière in de sociale sector in NL, maar toch voelt het vervelend aan dat ik zo aangedrongen heb bij Tri om haar verhaal te vertellen. Omdat ze zich duidelijk niet op haar gemak voelt bij het onderwerp gooi ik het over een andere boeg en vraag haar waarom ze in de hotel business terecht is gekomen en waarom ze er o.a. als masseuse werkt. Maar wéér stel ik blijkbaar de verkeerde vraag, want ook dít antwoord heeft met haar vader te maken. “Mijn vader heeft zijn hele leven nog nooit gewerkt. Hij is heel jong met mijn moeder getrouwd en heeft haar vanaf het begin gedwongen om te gaan werken, hárd te werken. Doordat zij veel jaren achter elkaar zware zakken met rijst en andere zaken heeft moeten sjouwen, heeft ze erg last van haar rug. Dus ik ben naast mijn studie in de hospitality branche (lees: hotelwezen), me ook gaan verdiepen in acupunctuur, massage, yoga en meditatie. De technieken die ik heb geleerd gebruik ik nu om mijn moeder bij haar gezondheid te helpen. Toen het hotel hiervan hoorde hebben ze gevraagd of ik bij deze, aan het hotel gerelateerde, Spa wilde komen werken. Dat doe ik nu al weer bijna een jaar”. Ik vraag door naar haar ambitie en daar is ze heel stellig in. “Ik wil de manager van dit hotel worden. Ik weet dat ik daar veel voor moet doen. De huidige manager heeft bijvoorbeeld een paar jaar in het buitenland gestudeerd en daar ook hotel ervaring opgedaan. Dus dat ben ik ook van plan. Mijn moeder en ik zijn daar hard voor aan het sparen. Mijn vader is overigens gelukkig niet meer in beeld. Drie jaar geleden heb ik tegen mijn moeder gezegd dat als ze niet zou gaan scheiden, ik het huis uit zou gaan. Toen heeft ze eindelijk de knoop doorgehakt en zijn we op een keer, toen mijn vader het huishoudgeld weer eens op zat te drinken, het huis uit gevlucht en bij een vriendin van mijn moeder ondergedoken. Later heb ik gehoord dat mijn vader ons huis uit is gezet omdat hij de huur niet betaalde. Daarna heb ik gelukkig niets meer van hem gehoord”. Uiteindelijk is het hele verhaal er toch nog met horten en stoten uitgekomen. Waarom ik veel sympathie heb voor Tri is vooral gelegen in het feit dat zij voor mij ál die vrouwen representeert die onderdrukt worden in Azië. Toegegeven, het is volgens mij zo ongeveer overal in de wereld de gewoonste zaak van de wereld om vrouwen op wat voor manier dan ook uit te buiten, maar hier in Azië gebeurt het zo opvallend. Je ziet vrouwen het zware werk doen in de wegenbouw terwijl hun mannelijke collega’s er hun gemak van nemen, het zijn de vrouwen die in alle vroegte lopend hun weg naar de markt vinden om daar hun waren te verkopen. Vrouwen zie ik werken op de rijstvelden en het zijn de vrouwen die alle huishoudelijke taken opknappen. Ik probeer Tri uit te leggen welke betekenis John Lennon gaf aan de uitdrukking ‘Woman is the nigger of the world’, maar dat is net ff te veel van het goede. Ten eerste omdat ze John Lennon niet kent (jawel, er zijn dus mensen die niet weten wie de Beatles zijn), maar ten tweede omdat ze het min of meer abstracte begrip ‘nigger’ niet begrijpt, in relatie tot het vrouw zijn. Ach, wat maakt het ook uit.

Dee hele scene speelt zich af in de (openbare!) Spa van het hotel, direct naast het zwembad (omdat ik niettemin niet kan voorkomen dat er bij de lezer{s} van dit blog nu ongetwijfeld de fantasie over de massage een hoofdrol gaat spelen laat ik dát deel verder lekker ongemoeid). Het is onze tweede dag in HCMC (de door iedereen gebruikte afkorting voor het langdradige Ho Chi Minh City – voormalig Saigon). We blijven hier een paar dagen voordat we naar Kuala Lumpur vliegen. Omdat ik in Noord Vietnam de epische roman van Anthony Grey: Saigon, heb gelezen (een absolute aanrader voor iedereen die in één boek de contemporaine geschiedenis van Vietnam wil ontdekken), wil ik graag een bezoek brengen aan enkele plekken die hij in zijn boek beschrijft. Dus zijn we vandaag thee gaan drinken bij het Continental Hotel (nog steeds prestigieus {met een, toeval of niet, Rolls Royce voor de deur}, maar ook wel een beetje vergane glorie). In 1880 werd de eerste kamer verhuurd en tijdens de koloniale periode kwamen de Fransen er bij elkaar om gezien te worden. Gedurende de Vietnam oorlog was het hotel populair bij journalisten en hadden Newsweek en Time Magazine allebei hun bureau op de tweede verdieping. In hetzelfde bouwjaar werd het Operahuis geopend, dus ook daar nemen we een kijkje. Beide gebouwen staan aan Tu Do street, wat vroeger Rue Catinat werd genoemd. De allereerste straat die een echte naam kreeg, want in de periode daarvoor kregen de straten gewoon alleen maar een nummer. We bewonderen de Cathédral de Notre Dame in dezelfde straat, niet te verwarren met zijn bijna afgebrande alter ego uit Parijs! Ook de Cathédral stamt uit 1880 en is ook aan de Tu Do street gelegen. Om onze eerste dag toch nog een eigentijds tintje te geven probeer ik mijn bril te laten maken, waar ik per ongeluk op ben gaan zitten. Wat me in China wel lukte krijg ik in HCMC niet voor elkaar, niemand krijgt ‘m gerepareerd. Ik zal mijn geluk in Maleisië moeten proberen. En oh ja, we vinden een plekje waar ze onze fietsen straks mooi in kunnen pakken, want laten we vooral onze ‘brothers in arms’ niet vergeten! Ze staan al weer, opgepoetst en wel, op ons te wachten als we straks terug zijn in ‘ons dorp’.

Foto’s

1 Reactie

  1. Ron Daniels:
    3 februari 2020
    Je heb geluk gehad met zo'n gesprek Mars want er word niet vaak overgesproken hier in Azië, en zoals je weet is het niet een probleem van Vietnam maar echt in heel Azië. De mannen hier zijn etters tegen vrouwen, en geweld binnen de huiselijke muren is helaas zeer gewoon. Ik hou ook hier mijn bek niet dicht als ik het mee maak of gewoon zie gebeuren, en stap teenvast op de man af en vraag hem of hij niet liever met mij wil vechten. Het meest onwaarschijnlijke zie je dan gebeuren……………….de vrouw neemt de man in bescherming en dat is echt al een paar keer gebeurd en ik moet eerlijk zijn het meest in Indonesië. Goed dat je zo iets opneemt in je schrijven.