Terra Cotta Army

1 november 2019

Onze gids kijkt ons trots in de ogen wanneer ze alle cijfers opdist. Mij doet het in ieder geval duizelen! Keizer Qin Shihuang, die leefde van 259 tot 210 B.C. had meer dan 9.000 concubines (kom daar nu maar eens mee aan!). Ruim 3.000 daarvan gingen levend mee zijn graf in, omdat zij nog geen kind van hem hadden gebaard. De keizer geloofde dat zij dat alsnog in een volgend leven zouden kunnen doen. Hij was ook de eerste keizer die brak met de traditie om (een stevig aantal) warriors levend mee zijn graf in te nemen. De keizer was van mening dat deze krijgers levend veel meer van nut waren voor zijn opvolger. Daarom liet Qin Shihuang een heel leger van meer dan 8.000 warriors namaken van terra cotta (klei) om hem te beschermen en te begeleiden in the afterlife. Maar dat vond hij nog niet voldoende. De keizer liet waarschijnlijk nog enkele duizenden terra cotta figuren maken voor zijn verdere vermaak. Burgers, concubines, handelaren, goochelaars, boer(inn)en, noem maar op. Maar ook, als een soort moderne Noach, allemaal dieren: paarden, leeuwen, geiten, apen enz. De vader van de keizer stierf toen hij 13 jaar oud was. Zijn vader was bij lange na nog niet klaar met de realisatie van zíjn graftombe. Dat zorgde ervoor dat Qin Shihuang al vanaf zijn 14de plannen smeedde voor zijn begrafenis. Al met al hebben er globaal 720.000 (!!), voornamelijk gedetineerde Chinezen, in zo’n 34 jaar, mee geholpen aan de realisatie van het grootste terra cotta leger op aarde. De laatste paar honderd werkers zijn een paar kilometer verwijderd van de graftombe levend begraven. De geschiedenis herinnert zich vaak alleen nog maar de heldendaden en restanten van onmetelijke prestaties van zijn historische figuren, maar de gruwelen die vaak ook uit/in hun naam zijn gepleegd worden helaas maar al te gemakkelijk vergeten.

Maar onze gids maakt het allemaal niets uit. De cijfers spreken boekdelen en wij verblijden haar met zeer onder de indruk te zijn. Zo vertelt ze verder dat op dit moment nog geen 2.000 warriors zijn opgegraven, dat het tussen een half jaar en 3 jaar duurt voordat één archeoloog een warrior (of een paard) weer helemaal in elkaar heeft gezet en dat de studenten die er aan het werk zijn ongelooflijk trots zijn dat ze hier mogen werken. En werk is voorlopig de eerst komende honderd jaar verzekerd. Er is nog zóveel te doen. Ondertussen kijken wij onze ogen uit. Wat een gigantisch werk moet het zijn geweest om dit allemaal te maken. De warriors staan in rijen naast elkaar, telkens van elkaar gescheiden door muren van speciale klei. Er werden matten gespannen over de figuren heen die op de muren werden strak getrokken. Daaroverheen ging aarde en het geheel werd aan de zijkant afgesloten met houten palen. Al het hout is in de loop van de eeuwen verloren gegaan, maar de bronzen gebruiksvoorwerpen en wapens zijn bewaard gebleven.

Ook hier is de beveiliging goed georganiseerd en ik vraag onze gids waarom het nodig is dat ook de archeologen en de studenten zo goed in de gaten worden gehouden. Ze zegt dat dit komt omdat in het verleden één van de studenten twee terra cotta hoofden heeft meegesmokkeld naar huis. De misdaad is uitgekomen en de student heeft het met zijn/haar leven moeten bekopen. Tsja, an eye for an eye, of, in dit geval, a head for a head.

We hebben er goed aan gedaan om zo vroeg mogelijk deze toeristische attractie te gaan bekijken. We zijn er op het moment dat de hekken opengaan, half negen. Tot nu toe hebben we nog nergens hoeven wachten of in de rij te hoeven staan. Zo ook hier. De gids komt ons al op het grote plein tegemoet lopen en helpt ons smoothless langs de kassa en de wachtenden. Ze geeft aan dat er op drukke dagen wel 150.000 bezoekers kunnen zijn. Op internet hebben we echter gelezen dat er per dag niet meer dan 65.000 tickets beschikbaar zijn. Dat rijmt niet helemaal met elkaar, maar ach, who cares? Vandaag is het echter niet druk, sterker, als we in pit 1 komen (er zijn 3 hallen) zijn we bijna de enigen. We krijgen hierdoor de kans om alles in alle rust te bekijken, te beluisteren, te fotograferen en te becommentariëren. De gids blij, wij blij. Na een hele ochtend op deze manier het leger te hebben geïnspecteerd, gebruiken we de middag om de stad te verkennen. En dan moet de conclusie zijn: Xi’an is geen klote an. Het is een ongezellige stad zonder ziel. Het is omdat de keizer hier zijn leger heeft gestationeerd…

Toch zijn we al met al niet ontevreden over de dag. Don heeft een paar Nike’s gescoord voor een zeer comfortabele prijs. En Kirsten koopt een paar draadloze oortjes van Samsung. “Die zijn alvast voor straks op de fiets”, hoor ik haar monter zeggen. En ik laat mijn bril gratis maken bij een kwaliteit opticien. Een paar dagen geleden ben ik er per ongeluk op gaan zitten, montuur natuurlijk direct naar de klote. Maar de opticien weet ‘m weer aardig te repareren. Nu maar hopen dat het ook allemaal een beetje blijft zitten.

Foto’s

1 Reactie

  1. Claire Daniels:
    1 november 2019
    Gaaf he dat leger? En nog zo veel moet ontdekt worden!

    Xi’an kan wel erg gezellig zijn. Kijk naar de barretjes die vanaf 8 uur echt levendig zijn, de bel- en drum towers, je kunt fietsen over de oude stadsmuur en het midden oosten gedeelte midden in de stad is goed om rond te struinen (koop geen eten van de kraampjes, dat valt vaak tegen). Veel plezier daar nog!!!