Een serieus gesprek

3 juli 2020 - Wateringen, Nederland

De tijd van flierefluiten en neus peuteren lijk ik nu definitief achter me te hebben gelaten. Het is inmiddels 3,5 maand geleden dat ik met mijn ziel onder mijn arm terug kwam gevlogen vanuit de States. Corona had definitief de strijd gewonnen. Het was wonden likken en nieuwe plannen maken.

De eerste 2 of 3 weken heb ik niet veel meer gedaan dan zitten, schrijven, yoga en mediteren en mijn zus, waar ik nu al weer een tijd bij in woon, vervelen met mijn praatjes over de reis. Sonja is te beleefd om mijn verhalen af te kappen, maar ik kan me voorstellen dat ze soms wel eens denkt, ppppffff….

Na die gewenningsperiode ben ik  me op de achtergrond weer wat meer met onze stichting gaan bezig houden. Het hele team doet het ontzettend goed, maar het is goed voor mijn ego als ze af en toe zeggen hoe hard ze me nodig hebben. Maar ondertussen denken de beide partijen, joh, kun je weer niet lekker gaan fietsen, ppppffff….

Maar de energie begint weer vat te krijgen op mijn gestel en gemoed en ik ga nog wat nadrukkelijker een aantal mensen binnen onze organisatie lastig vallen met vragen en opmerkingen. Het loopt echt goed, maar goed kan altijd beter en het is leuk om het idee te hebben daar een bijdrage aan te kunnen leveren.

Ondertussen maak ik weer een paar mooie fietsreisjes (kan nog niet al te ver in verband met Corona) om de spieren niet te stram te laten worden én ontdek ik zowaar de voordelen van het elektrisch fietsen. Als rechtgeaarde wereldfietser wilde ik daar natuurlijk absoluut niets van weten (dat soort fietsen is per slot van rekening alleen voor de oudjes en de minder sportievelingen), maar allengs moet ik die mening toch bijstellen. Het is super als je met een flinke tegenwind nog steeds een gemiddelde van 25 km per uur kan blijven trappen. Het is heerlijk om niet altijd zo bezweet te zijn en voorlopig heb ik geen last van mijn neusproblemen. Toch moet ik eerlijk zijn, ik schaam me nog steeds een beetje als ik iemand hard voorbij fiets. Ik voel hoe ze naar mijn accu zitten te kijken als een bouwvakker naar een mooie meid. En ik hoor ze meewarig fluisteren dat het vooroordeel inderdaad waar is, elektrisch is voor grijze oude mensen die zelf over onvoldoende trapvermogen beschikken, ppppffff….

Nu ik weer steeds meer NL- energie krijg durft mijn zus een nieuwe verbouwing van haar huis aan. Samen met een naamgenoot, die veel meer verstand heeft van klussen dan ik van bewindvoering, ga ik de uitdaging aan en wordt de woonkamer en de gang van zus lief compleet verbouwd, inclusief het nodige stucwerk. Trots en voldaan hebben we er gisteren, na bijna 3 weken, de laatste hand aan gelegd.

De vernieuwde energie vertaalt zich ook naar werk. Verleden week heb ik voor het eerst weer klant contact gehad en vandaag mocht ik samen met de manager van onze organisatie op bezoek bij een groot en belangrijk bedrijf. Zó groot dat we ons beiden afvroegen of het überhaupt wel zin had dat we er naar toe zouden gaan. Omdat al mijn “normale” kleding nog in de opslag ligt draag ik een soort van noodgedwongen al 3,5 maand mijn reiskleding. Qua lange broeken zijn dat een heerlijk zittende fietsbroek waarin ik gisteren zeiknat ben geregend en die dus nog gewasmachined moet worden. Een joggingbroek met grote plakletters en mijn afritsbare survivalbroek met een behoorlijk gat aan zitvlak zijde. Daaronder draag ik óf mijn slippers óf mijn sandalen. Beide heerlijk voor op reis, maar minder representatief voor een werkbezoek bij hoge heren.

De aankomst liet niets te wensen over. Zolang ik Sonja maar voor laat gaan ziet onze presentatie er wonderbaarlijk goed uit. De ontvangst aan de balie verloopt van een leien dakje omdat ik er voor zorg dat ook de medewerkster van het grote bedrijf vóór me blijft lopen en ik het geluk heb dat er niemand achter me de gang op komt. We worden binnen gelaten in een grote Corona-proof kamer en we gaan snel zitten aan een hoge tafel. Mijn bovenkant (qua kleding dan) oogt weliswaar beter als de onderkant, maar het Craft shirt dat ik draag is toch echt voor het fietsen bedoeld en is niet representatief in een vergaderkamer met 2 directeuren. Niettemin slaan we ons er goed door heen en worden we zelfs serieus genomen. Dat beloofd veel goeds! Tot het moment dat we afscheid nemen en de beide heren ons uit beleefdheid persé voor willen laten gaan. Sonja is de scheur in mijn broek blijkbaar allang weer vergeten, want ze stapt dapper als eerste op. Ik doe nog een onbeholpen poging om haar terug te roepen, maar ze heeft niets door. De heren staan beiden te kijken hoe ik eerst met stoel en al een stukje naar de deur toe schuifel. Daarna sta ik op en loop achteruit naar de deur opening van de vergaderkamer. Ik realiseer me dan echter dat dit wel heel raar over moet komen én dat ze op deze manier mijn sandalen volop kunnen bewonderen. Dan toch maar manmoedig omgedraaid, waardoor beide heren uitgebreid de scheur in mijn broek kunnen bewonderen. Toch maar goed dat ik een onderbroek heb aangetrokken!

Eenmaal buiten slaak ik een zucht van verlichting, maar dat is slechts van korte duur. Ik had ons mini autootje voor de deur van het grote bedrijf geparkeerd en me niet gerealiseerd dat alle medewerk(st)ers door het raam ons handelen zouden kunnen gadeslaan. Normaal gesproken niet zo’n punt (op de grootte van onze auto wellicht na), ware het niet dat de motor na één werkende seconde besloot om het daarbij te laten. We waren net het parkeervak uit en stonden vervolgens compleet stil. Geen beweging meer in te krijgen. Na een aantal verwoede pogingen tot starten besloot ik dan maar om de auto het parkeervak in terug te duwen, zonder succes. Met een bezweet en rood hoofd vervolgens maar de auto afgesloten en weggelopen, de auto midden op de weg achterlatend. We voelden alle ogen achter het glas op ons gericht en waren blij dat we al het commentaar niet hoorden. Na een verkwikkende wandeling lopen we met bezwaard gemoed weer terug. Er staat inmiddels een man door het zijraampje van de auto te turen. Nee, echt, geloof me, er zit niemand in. Hij vraagt ons of hij ons ergens mee kan helpen, maar ik zeg dat er niets aan de hand is. Zo parkeer ik wel vaker. Hij kijkt me verbaasd aan en ik schiet in de lach. We laten ons graag helpen, al was het maar een beetje duwen, terug het parkeervak in. Maar uiteindelijk blijkt dat gelukkig niet nodig. Sonja start de auto in één keer, we bedanken de man, zwaaien nog even verborgen naar alle (denkbeeldige) ogen achter de ramen van het grote bedrijf en gaan er dan in een voorzichtig tempo vandoor. Samen concluderen we dat dit niet een van onze beste presentaties was, maar wel een heel hilarische en dat is per slot van rekening ook wat waard, ppppffff….

Van reisblog naar fotoboek
Laat een prachtig fotoboek afdrukken van je verhalen & foto's. Al vanaf € 21,95.
reisdrukker.nl

4 Reacties

  1. Dick:
    4 juli 2020
    Een wonderlijk verhaal dat veel vragen oproept. Welk bedrijf was dat? Is het echt zo erg dat je geen nieuwe broek kan kopen? En dat autootje geen beurt gehad. Was dat grote bedrijf soms een bank en wilde jullie arm overkomen om een lening af te sluiten voor de verbouwing van de woning van Sonja? Als dat klopt is het ineens duidelijk voor mij, héél slim.
  2. Pdro:
    4 juli 2020
    kan ik je ergens mee helpen of heb je hulp nodig????
  3. Veerle Wijers:
    5 juli 2020
    Hahaha weer een mooi verhaal Mars! Ik ben heel benieuwd met welk bedrijf jullie een gesprek hadden en wat de uitkomsten zijn!
  4. Marcel Daniels:
    5 juli 2020
    Naam van het bedrijf hou ik maar voor me Veerle, je weet maar nooit 😊. Maar het was geen bank Dick, daar moeten we nog naar toe. En ik hoef gelukkig niet geholpen te worden hoor. Al mijn kleding ligt gewoon nog in de opslag en ik heb nog niet de behoefte gehad om het daar uit te halen. Als ik dat doe is het voor mijn gevoel hier allemaal weer zo definitief. Maar eerdaags zal ik er ongetwijfeld niet aan ontkomen 🥴