Nachtelijk verdriet

12 april 2024 - Manu National Park, Peru

“Pap, pap”. Het is Don. Ik vraag slaperig hoe laat het is. “Half drie” fluistert hij terug. Dan realiseer ik me weer waar we zijn. Het is onze eerste nacht in het Manu National Park, een gebied van ruim 17.000 km2. Onze lodge ligt aan de rand van dit enorme gebied en is alleen met de boot te bereiken. Vanochtend hebben we, samen met 3 Zwitsers, 1 Duitse, 2 Engelsen, 1 Amerikaanse en onze gids, chauffeur en kok het laatste stukje weg achter ons gelaten en de auto vervolgens verruild met een boot die zo’n half uur stroomafwaarts de Madre de Dios is gevaren om ons tenslotte bij een junglepaadje af te zetten. Op de rivier voel je de hitte nog niet zo, maar zodra we uitstappen begint het zweten en dat houdt bijna niet meer op. De temperatuur valt eigenlijk nog wel mee, zo’n 29 graden, maar de luchtvochtigheid is zo vreselijk hoog dat je lichaam amper tijd krijgt om te acclimatiseren en “uit te zweten”. Zelfs niets doen is geen garantie op standje ‘droog’. Voor Nederlanders zoals wij die gewend zijn aan een keurig georganiseerde omgeving en die met een vergrootglas op zoek moeten naar een fatsoenlijke boom, is de jungle iets wat je voorstellingsvermogen bijna te boven gaat. Om  vanaf de Moeder van God (Madre de Dios) bij onze lodge te komen moeten we namelijk door een stuk jungle lopen die je het gevoel geeft een Klein Duimpje te zijn die door het hoge gras loopt. Zo moet een kaboutertje zich dus voelen, wandelend door ons gras. De hele vegetatie is zo enorm groot en hoog dat je je vanzelf zeer nietig gaat voelen. Er staan bomen van wel 40 meter hoog, bamboe zo dik als pilaren en zo hoog dat ze vanaf de grond de hemel haast aan lijken te raken.

Dit keer heet onze gids Nicolas, hij is bioloog van studie en heeft om lucratieve redenen gekozen voor het gidsvak. Hij weet daarom ongekend veel. Overal ziet hij leuke vogeltjes, verschillende aapsoorten, vlinders, tapirs, gevogelte. Hij heeft er oog en oor voor. Regelmatig moeten we stil staan en luisteren en even regelmatig vraag ik me dan af waarom? Ik hoor en zie niets. Maar als hij dan wijst of ons door zijn soort verrekijker laat kijken, dan verandert ‘niets’ ineens in een klein vogeltje, een uil of een ander klein (of groot) dier. Ook hier blijkt maar weer eens dat oefening kunst baart.

Als we ons eenvoudige jungle onderkomen hebben betrokken en de honger is gestild gaan we op weg naar een soort ‘opa’ boom met de omtrek van een danszaal. We moeten er een aardig stukje jungle voor bedwingen en zweten zo heftig dat ik een show weg kan geven door alleen maar mijn t-shirt uit te wringen. Een van de mede wandelaars dacht zelfs dat ik in het water was gevallen. Maar dan zegt Nicolas dat we er bijna zijn. En inderdaad  doemt dan de ‘opa’ boom op. Wat een reus van een ding. Het is geen sequoia, maar qua omvang absoluut vergelijkbaar. We maken een paar indrukwekkende foto’s en luisteren naar onze gids die zegt dat de inheemse Indianen de grond rondom de boom gebruiken om hun voorvaderen (en moederen) te eren. En soms wordt er door de verschillende stammen gevochten (whats new) om de boom, omdat hun God nu eenmaal een stuk beter en Goddelijker is dan die van de anderen. Maar dan wordt het tijd om terug te gaan want in het oerwoud wordt het snel donker. Nicolas verteld dat slechts 2% van het zonlicht de grond bereikt en dat er dus tussen de bomen en planten onderling ook een hevige strijd wordt gestreden om het beste plekje met de meeste zon. Daarom ook is de vegetatie zo enorm hoog, de bomen en planten willen nu eenmaal heel snel groeien om zodoende zo veel mogelijk zonlicht te krijgen.

We zijn net voor donker weer bij de lodge en worden verrast met een night walk. Niet iedereen gaat mee, de oudjes (de 3 Zwitsers en de Amerikaanse) blijven thuis, maar de jonkies gaan. Ik als ‘in-between’ (zo zie ik mezelf nog graag) laat de kans op een night walk uiteraard niet aan me voorbij gaan. Nicolas zegt dat we eerst gaan kijken of mevrouw T. Arantula thuis is. Het enige meisje in ons gezelschap (de Duitse) durft het haast niet te vragen, maar ongetwijfeld bedoeld Nicolas toch niet de bekende harige reuzespin? Jawel, knikt de gids, dat is precies wat ik bedoel. Hij lacht en zij lacht als een boer met kiespijn. We hoeven niet zo heel ver het bos in. We staan stil bij een groot gat in de grond en Nicolas steekt voorzichtig een tak het donkere gat in, en verdomd, er komt een zwarte spin zijn hol uitgekropen, zó groot, zó harig, zo heb ik ze zelden gezien. Je zal maar niets vermoedend langs zijn holletje komen lopen en hij zal maar zin hebben om een prik uit te delen. Dan ben je volgens mij toch behoorlijk gescrewd.

Alles wat we daarna zien is niet meer zo spectaculair, de voetafdrukken van een tapir, de plek waar apen hebben geslapen (lekker belangrijk), een vogeltje. Wel interessant was nog een giga vlinder met een groot (boos) oog op zijn vleugel die schuilt onder een blad (misschien dacht ie wel dat het zou gaan regenen?) En dan stelt Nicolas voor om een voor een alleen terug te lopen naar de lodge. Weliswaar herkennen we het pad, maar alleen in het donker door de jungle is toch een hele bijzondere ervaring. En dat zoiets ook fout kan gaan werd ook direct bewezen, want één van de twee Engelse jongens presteerde het toch om een verkeerde afslag te nemen. Het was dat hij bleef staan toen hij niets meer herkende en begon te roepen. Ik was als eerste gestart, dus ik heb hem niet gehoord, maar Don was ná hem gestart en wist hem te spotten. Je moet er toch niet aan denken om alleen in het oerwoud achter te blijven, in het donker (tuurlijk, hij had het licht van zijn telefoon, maar dat blijft ook niet eeuwig branden) en met alle voor jou vreemde geluiden, bbbrrrrr……

Dan zit onze eerste dag in de jungle er op en duiken we onder de klamboe. Totdat Don me dus om half 3 wakker maakt. “Pap, Chivay is dood”. Ik ben direct klaarwakker. “Wat?” “Chivay is vanochtend doodgegaan. Kirsten was er gelukkig bij”. ‘Fuck’ denk ik, precies als we er niet zijn. We gaan samen naar buiten en verdrieten ons verder op de veranda. Onze hond, onze Akita heeft eindelijk de geest gegeven. We hadden gedacht dat dat al veel eerder zou gebeuren, bijvoorbeeld toen we van de dierenarts te horen hadden gekregen om maar afscheid van haar te nemen omdat de nierwaarden zo slecht waren dat geen enkele hond zoiets zou overleven. Maar onze Chief trok zich toen van waarden helemaal niets aan en liet ons eigenlijk een beetje voor gek staan omdat wij al tegen iedereen hadden verteld dat het klaar was. Maar nee hoor.

Hoe lang is het nu feitelijk geleden dat ik met Don en Kirsten naar België ben gereden om een Akita op te gaan halen. We hadden vantevoren wat plaatjes gekeken en vonden de Akita de mooiste. Toen we haar eenmaal hadden gekocht zijn we eens goed gaan lezen over de Akita en kwamen we erachter dat het verstandig is om géén Akita te nemen als eerste hond, veel te eigenwijs. Wisten wij veel. Spijt hebben we in ieder geval nooit gehad, de eigenwijzigheid klopte overigens absoluut. Ze kreeg van ons een mooie Peruaanse naam (wisten we toen ook niet) en toen deed dus een Chivay intrede in de family. Niet dat ik onze hond ooit als een soort baby of kindje heb gezien (of behandeld), maar na 13 jaar bij ons te zijn geweest komt het gevoel wel dicht bij. Maar goed, het ís en blijft een hond.

Een hond waar we bijzondere dingen met mee hebben gemaakt, zoals die keer dat ze in een onbewaakt ogenblik, al lopend in de polder, over een sloot heen sprong (had ze echt oprecht daarvoor (en ook daarna) nog nooit gedaan. Maar dit keer wel. Ze dreef in haar eentje een hele kudde schapen naar één kant van het weiland, als een ware border Collie. Maar toen ze de arme schaapjes eenmaal in de val had zitten heeft ze er wel 3 dood gebeten. De rest van de kudde was zo bang geworden dat er ook een aantal in de sloot zijn gesprongen waar de boer ze met grote moeite uiteindelijk uit heeft gekregen. Eindelijk kreeg ik ons schattige huisdiertje te pakken, maar ik was zó kwaad dat ik haar heb opgepakt en haar met een zwaai over het hek heb gegooid. Kan niet echt goed voor haar poten geweest zijn, maar dat kon me op dat moment eerlijk gezegd niets schelen. Later heb ik de boer nog een flinke schadevergoeding moeten betalen, maar dat werd dan gelukkig weer door de verzekering gedekt.

Een tweede heftig voorval deed zich een paar jaar later voor, in de Ardennen. Zoals gebruikelijk laat ik Chief altijd los lopen, zeker toen en zeker in het bos. Maar dat is in de Ardennen toch niet zo’n heel erg goed idee, want al stoeiend en ravottend stuitte onze jongedame op een wild zwijn. En Chivay, ook de lulligste niet, zet ‘m vervolgens op een lopen. Maar het baasje is ten eerste niet zo snel en ten tweede zich op dat moment nog van geen kwaad bewust. Totdat er een luid soort geknor uit de bosjes vlakbij me te horen was. En op het volgende ogenblik staat deze jongen oog in oog met een groot wild zwijn die blijkbaar van geen wijken wil weten. En of dat nog niet voldoende is komt er vervolgens een klein zwijntje naast staan. ‘Fuck, een moeder die haar kleintje probeert te beschermen’ gaat het dan door je heen. Geen goed nieuws! En in plaats dat ik langzaam maar zeker wat stapjes achteruit zet, doe ik het tegenovergestelde, gestimuleerd door mijn hond die hard voorbij komt rennen. Het enige wat ik dan nog roep is “rennen Chief”. Maar dat was uiteraard volkomen nodeloos, want ze was er al lang en breed vandoor. En ik er met mijn mensen snelheid achteraan. Ook dat weer volkomen nodeloos, want een zwijn op Marcel jacht is vele malen sneller. Als ik achterom kijk zie ik de struiken naast me opzij gaan en daar kan ik dus uit opmaken dat ik als lekker hapje binnen bereik ben. En op dat moment dacht ik oprecht dat mijn laatste minuten geslagen hadden. Wat me toen vooral bij was gebleven was het verhaal van de 2 broers die toentertijd buren van ons waren in Moressee (een klein dorpje in de Ardennen). “Als een zwijn in razernij je te pakken krijgt, dan kan ze je met huid en haar opeten. Er blijft dan echt niets van je over”. Lekker dan. Maar wonder boven wonder en gelukkig voor ondergetekende, besluit moeder zwijn dat de spielerij voldoende is geweest en ze staakt de strijd. Hoewel, van een strijd was amper sprake, het had meer zoiets weg van de Hunger games. Ik heb het er gelukkig levend afgebracht, anders had ik hier nu niet dit afscheidsverhaal kunnen schrijven.

Het is maar een hond, ik weet het, maar wel een die er altijd was, die altijd van haar vertrouwde plekje afkwam om ons al kwispelstaartend tegemoet te komen. Ze was lui, intens lui, maar goed, dat is nu eenmaal de aard van het ras. En nu is ze niet meer, het gaat een leegte achterlaten die alleen door de tijd weer gevuld gaat worden.

En ondanks dat het ‘slechts’ een hond was, was ze wel ónze hond, de enige echte Chivay We gaan haar missen schreef hij met tranen in zijn ogen.

9 Reacties

  1. Paul en Gita:
    12 april 2024
    Ach Marcel en Don wat een verdrietig nieuws! Veel sterkte om dit een plekje te geven!
  2. Marcel:
    13 april 2024
    Dank je wel Paul & Gita 😘
  3. Imre:
    13 april 2024
    Ah Chivay! De enige hond die ik zelf durfde aan te raken en zelfs durfde te borstelen vroeger. Sterkte Mars 😘
  4. Marcel:
    13 april 2024
    Ik weet het nog goed Im. Je was in het begin nog wel een beetje bang maar dat ging snel over. Lieve reactie 😘
  5. Ton:
    13 april 2024
    Ah wat een droevig nieuws over Chivay. Sterkte voor jou, Don en Kirsten..
  6. Ron Daniels:
    13 april 2024
    "Het is maar een hond" Dat waren letterlijk de woorden die me in de pen deden kruipen. Ik vindt de reis verhalen van mijn broer altijd geweldig en lees ze met trost want ik weet hoe moeilijk het is om goed te kunnen schrijven enb hoe verkeerd het kan uitpakken. Mars en ik zijn van huis uit gewend aan honden, we hebben er een aantal gehad. Nera, Brenda en Anka om er maar een paar te noemen. Jullie hond was speciaal want het bracht jullie gezin samen, het paste bij jullie, niet speciaal deze hand maar "gewoon een hond" Iemand die altijd blij is en nooit iets slechts ziet in wat je heb gedaan. Ook hier in Vietnam heb ik weer honden want ik heb de hond die ik altijd wil hebben een Mechelse herder maar we hebben nu ook een clitoris likker een klein hondje Walsh Gorgy, het hoeft geen uitleg dat het de hond van Huynh is. Mijn Hond Boss is de oorzaak dat ik nu al weer twee maanden in een rolstoel zit, er waren mensen die boos waren op Boss en er waren zelf voorstellen dat ik hem weg zou moeten doen. Het was maar goed dat ik in een rolstoel zat want anders had ik hun kop er afgeslagen. Boss heb ik geen enkel moment iets verweten, het is de meest geweldige hond die iemand zich kan wensen, Ik zou eigenlijk nietw eten of ik het wel leuk zou vinden zonder deze hond hier, als ik zou moeten kiezen om hier een mens te redden of mijn hond dan kies ik zonder meer voor mijn hond. Het is maar een hond, nee het is je spiegel, hoe je zou moeten zijn, het is de gene die naar je toekomt lang voor dfat andere weten dat je het niet goed heb. Hij komt naast je zitten en wil je helpen, hij komt letterlijkj met dingen aanzetten, Je wonden likken is een spreekwoord dat met je hond word waar gemaakt. Ik zou nooit kunnen zeggen het is maar een hond. Ik hoe met hart en ziel van dat beest en ga er voor door het vuur. Ga door met het schrijven van je mooie verhalen broertje, ik lees ze met veel genoegen.
  7. Sonja:
    13 april 2024
    Ik weet hoe het ivoelt om je trouwe viervoeter te moeten verliezen😔 voor Kirsten niet fijn om hier alleen mee te dealen, gelukkig zijn Anneke en Dejan er voor haar. Uiteraard ook moeilijk voor Don en Mars nu ze zo verberg zijn. Sterkte allemaal.
  8. Ashia Couturier:
    13 april 2024
    Sad news indeed. She was a beauty and a stubborn one at that. Had me soaked last year refusing to return home. She will be missed. Agree with Sonja that it is a blessing for Kirsten to have had her mom and Dejan in her time of grief. Luckily you and Don had each other. Another great story from your penmanship dear Mars. Keep it coming. One day we will have it published. Lotsaluv A!!!
  9. Sidney:
    13 april 2024
    Jeetje Marcel, zie je nog zo trots met jullie hond door de wijk lopen. 13 jaar is een mooie leeftijd voor zo'n hond en ik weet er alles van die van ons is bijna 15 geworden en het is gewoon een familielid die je erg gaat missen.

Jouw reactie