Colca Canyon

5 april 2024 - Colca Canyon, Peru

“Arequipa is surrounded by 3 large volcanos, the Misti, the Chachani and the Pichu Pichu. Each volcano has its own God and every God has his own meaning. But Capacocha was everywhere the same” en Willy onze gids kijkt ons betekenisvol aan. “Capacocha?” vraagt Don. “Its the Inca’s sacrafice ritual, and normally there where children involved. It was an honour for the family and the parents if your child was sacrificed because it mend that they where becoming the children of the Vulcano God and so could live eternaly”. Willy is onze gids voor de 3 dagen van de Colca Canyon tour en uit de verte lijkt hij wel een beetje op Osama bin Laden. Gelukkig houdt het bij die ene vergelijking wel op. Hij weet heel veel van de namen en gebruiken uit de omgeving en het is echt jammer dat je niet alle kennis die een mens heeft 1 op 1 over kan zetten naar de andere persoon, hoeveel makkelijker zou dat zijn. Willy vertelt dit verhaal tijdens onze busreis van ruim 3 uur van Arequipa naar de Colca Canyon. Maar hij vertelt dus nog veel meer en omdat ik weet dat ik toch het meeste weer vergeet luister ik gewoon naar zijn verhalen zonder te proberen om straks het eind examen te halen. “Because” zegt Willy “if you pass for the test at the end of our trip, then you deserve a second trip for free”. We lachen de grap weg in de wetenschap dat we never nooit de test gaan halen.

Voor ons tijdens deze tour geen inferieure lokale bus, maar een luxe toeristenbus, gevuld met jongelui die ook naar de Condors gaan kijken. Want dat is zo’n beetje het beeld wat ik heb van deze tour. We rijden naar een mooi gebied, gaan de majestueuze Gieren van de Andes bekijken en gaan op een relaxte manier wat rondwandelen en leuke plekken zien. Niets blijkt echter minder waar. Ja, de leuke plekken dat klopt wel en we hebben ook de Condors van zeer dichtbij voorbij zien glijden (want je kunt nauwelijks van vliegen spreken, deze vogels zie je amper met hun vleugels bewegen, ze laten zich veel meer op de wind mee bewegen, waardoor hun vlucht iets magisch krijgt), maar dat relaxte rondwandelen, daar blijft aan het eind niet veel van over.

De tour begint voor ons in het holst van de nacht, want we worden al om 4.30 uur opgepikt bij ons hotel. Het is koud op dit tijdstop en ik ben blij dat we hebben besloten om warme kleding mee te nemen. Dat geldt niet voor sommige anderen in de bus die soms stilletjes voor zich uit zitten te rillen in hun korte broek en t-shirtje. Het eerste leuke moment is als we via Willy aan de chauffeur vragen om te stoppen voor een hoge betonnen poort die toegang biedt tot, jawel, het stadje Chivay. Super leuk om de naam van onze Akita hier in de Andes tegen te komen. Maar volgens Don gaat het verhaal dat eerdere toeristen hier zijn geweest en hún hond toen Chivay hebben genoemd en wij dat verhaal hebben gelezen. Zou best kunnen, het blijft in ieder geval leuk.

Dat het geen relaxte wandeling gaat worden dringt steeds meer tot ons door als we uiteindelijk uitstappen bij wat het beginpunt van de hike blijkt te zijn. We zitten inmiddels hoog in de bergen en we zien iedereen zich insmeren met zonnebrand olie, beschermende mutsen op, bamboe stokken die voor 3 soles (ongeveer 1 euro) gekocht kunnen worden en eten wat ingeslagen kan worden. Dit beloofd een stevige wandeling te worden. We eten voor de zekerheid nog een paar bananen, slaan toch nog maar een extra fles water in en begeven ons op weg voor wat uiteindelijk een afdaling van ruim 1,5 km blijkt te worden. De bus heeft ons namelijk op zo’n beetje het hoogste punt van de canyon afgezet en heel, heel diep beneden stroomt de Colca, de rivier waar deze trek zijn naam aan te danken heeft. Het uitzicht (en de beleving) doet ons allebei weer sterk terugdenken aan de Tiger Leaping Gorge in China, die ook zo adembenemend hoog en stijl was. En inderdaad vraagt Willy even later aan ons of wij denken dat dit de hoogste (of diepste) canyon ter wereld is. Ik zeg dat ik denk te weten dat dat niet het geval lijkt, omdat China volgens mij nog een tikkeltje dieper is en Willy beaamt dit ook. Deze diepte is de 3e ter wereld. De Gorge die wij in China hebben gedaan blijkt inderdaad de diepste ter wereld, op nummer 2 zou dan een canyon ergens in Zuid Amerika moeten zijn en dan  ‘onze’ Colca op nr 3. Ik heb geen factcheck gedaan, maar ben maar wat bereid om Willy te geloven. Hoe cool is het dat we kunnen zeggen dat we 2 van de 3 diepste canyons ter wereld hebben overwonnen! Maar zover is het uiteraard nog niet, we zijn pas aan het begin en hebben nog geen zweetdruppeltje geproduceerd. En hoewel het steeds warmer wordt is dat niet hetgeen we ons druk over maken. Het is de aanslag op je knieën die killing is. Iedereen die in de (hoge) bergen wandelt zal dat kunnen beamen, het is uiteindelijk voor je lichaam beter om te klimmen dan om te dalen, zeker als die bergen zo steil zijn als die wij nu bewandelen.

Je kunt ook eigenlijk helemaal niet spreken over wandelen, althans niet zoals ik dat zou definiëren. Het is alsof we op een hele slechte, zeer moeilijk begaanbare trap met heel veel obstakels naar beneden proberen te komen. Een trap van 1,5 km lengte. Zelfs onze gids zegt soms naar de dokter te moeten om naar zijn knieën te laten kijken. Hij heeft er ook speciale oefeningen voor gekregen die Don gretig over probeert te nemen onder het motto ‘alle kleine beetjes helpen’. Maar na ruim 4 uur afdalen bereiken we dan toch eindelijk de hangbrug die ons over de Colca naar de andere oever leidt. Het is dan nog ruim een half uur lopen naar onze lodge. Hier groeien de vele soorten cactussen waar Zuid Amerika zo beroemd om is. Willy noemt veel soorten op en stopt regelmatig om te vertellen dat je de ene soort kan eten en de andere niet. Of om te laten zien dat je van sommige planten touw kan maken, medicijnen uit kan bereiden of er absoluut van af moet blijven omdat ze zo giftig zijn als de pest. Het is maar dat we het weten.

Pusada Gloria blijkt een heerlijke plek waar we onze knieën de broodnodige rust kunnen geven. We eten de lokale dis en drinken het nationale bier erbij, overigens allemaal per ezel naar Anita gebracht. En niet alleen het eten en drinken, maar werkelijk alles wordt hier per muilezel letterlijk aangedragen, want we zijn ver verwijderd van de moderne wereld. Het is dan ook pas 2 jaar geleden dat ze hier via allemaal ingewikkelde (satelliet) verbindingen toegang hebben gekregen tot het internet. Tot die tijd waren de bewoners aangewezen op telefoonverbindingen. En als ik Willy mag geloven vonden ze dat ook helemaal geen probleem. De moderniteiten zorgen namelijk niet altijd voor meer plezier in het leven. Zo zijn de inwoners van dit gebied heel lang sterk gekant geweest tegen het toerisme, want het vernietigd ook de eigen cultuur. Kijk uiteindelijk maar naar wat de Spanjaarden hier allemaal uitgespookt hebben. Maar goed, het heeft de lokalo’s uiteindelijk ook meer welvaart gebracht en blijkbaar was dat toch doorslaggevend.

Na een weldadige nachtrust in een kamer met uitzicht op de (onderkant van de) berg beginnen we aan een klim van 200 meter. Door de ijle lucht en het indrukwekkende stijgingspercentage klopt mijn hart al snel dik en vet in de keel. Shit, dat beloofd wat! Want inmiddels is het ons uiteraard wel duidelijk dat alles wat we de dag ervoor gedaald hebben, ook weer moeten stijgen. Maar vandaag, onze 2e dag, blijft het bij deze 200 stijgingsmeters. We lopen namelijk paralel aan de rivier de rest van de ochtend door bergdorpjes en mooie valleien. Overigens is alle bouw die we tot nu toe hebben gezien van lavasteen. Niets hout want dat is te schaars. Het is veelal droge, dorre grond in de hoogvlakten, maar uiterst vruchtbare grond waar vooral aardappel, quinoa en veel vruchten worden verbouwd in de valleien. Het is niet voor niets dat mensen graag boeren bij vulkanen, want dat blijkt zeer vruchtbare grond op te leveren.

En ineens, als we de zoveelste bocht rondden, zien we in de verte, helemaal beneden ons, een soort oase liggen in een afgesloten dal. Je ziet palmbomen, heel veel groen, gekleurde huizen en zwembaden. “Our next stay, the village of Sangalle” beaamt Willy. Het is geen straf om daar naartoe te wandelen, en dan vooral vanwege het vooruitzicht van een verfrissende duik.  We krijgen daarvoor de hele middag de tijd.

Het luieren en lummelen bij het zwembad is heerlijk, maar de wetenschap dat we morgenochtend vroeg (4,30 uur) moeten beginnen aan de klim omhoog, bederft de pret toch wel een beetje. We duiken uiteindelijk vroeg het bed in, maar niet voordat we de uiterst primitieve kamer hebben gecheckt op schorpioenen, want die blijken hier veel te zitten en ze kunnen verrot lelijk bijten zoals de Nederlandse toeriste die de kamer naast ons heeft, kan beamen. En oh ja, of we vooral een beetje rustig willen doen als we morgenochtend vroeg opstaan, want de wand tussen beide kamers blijkt alleen uit een soort board karton te bestaan en ook nog eens vol gaten te zitten.

Het is nog pikdonker als we ons gereed maken voor de klim naar boven. Geen ontbijt, wel koekjes, repen, bananen en water. Hoofdlampen aan en Om Ni Va. Het heeft wel wat, zo’n tocht in het donker en als we omhoog kijken zien we dat we niet de enige wandelaars zijn. Overal op de berg bewegen zich lichtjes voort, je kunt precies tellen hoeveel wandelaars er zijn. Niet dat ik die neiging heb, want het is een totale focus op het pad voor je, op de volgende stap die je zet, op je ademhaling en op je spieren. Het gaat met enige regelmaat door me heen, ‘ga ik het halen?’ Als het licht wordt (na zo’n 3 kwartier wandelen) blijken we 300 meter te hebben gestegen. Het gaat nog wonderbaarlijk goed en niet zonder trots bedenk ik me dat we al de nodige klimmers hebben ingehaald. Don blijkt een meester in het klimmen te zijn, wat ik overigens al wist van onze eerdere reizen maar ook van zijn verhalen over zijn tochten in Zwitserland en Noorwegen. Hij zweet als een otter (zweten otters?) maar gaat als de brandweer (ja, die zijn inderdaad snel als het moet). Willy kan hem in ieder geval niet bijhouden. Onze eerste stop is op 600 meter, we zijn halverwege. Willy besluit wat te eten, maar Don en ik gaan door. Het beste wat je volgens mij kan doen is gestaag doorwandelen, of, zoals Astrid mij via de app van wijs advies had voorzien, stapje voor stapje en blijven ademhalen. Met Don nu als gids klimmen we verder, de benen worden steeds zwaarder, het ademhalen steeds moeizamer. Don gebruikt zijn Maps.me om te kijken waar het pad loopt en hoever het nog is. Daarom weten we dat we de 900 meter hebben gehaald. Inmiddels zijn we al 3 x ingehaald door een lokale ezeldrijver die goede zaken doet door wat (jonge) klimmers mee te nemen op de ezelrug. Dat is mijn eer toch te na. Dan moet ik weer denken aan China toen we de berg beklommen en Kirsten en ik (Don was al ver vooruit) ook toen stapje voor stapje steeds een stukje hoger kwamen. We werden gevolgd door een Chinees baasje op een paard die steeds vol verwachting naar Kirsten keek. Misschien ook om meer duistere redenen, maar waarschijnlijk vooral in de hoop dat ze op zou geven en gebruik zou  gaan maken van het paardenruggetje. Maar niets van dat alles, ze bleef doorgaan. Dat voorbeeld heb ik nu ook voor ogen. Het zal me toch niet gebeuren! En als we de 1100 meter hebben bereikt sluit uiteindelijk Willy zich weer zwaar ademend bij ons aan. Hij zal gedacht hebben dat het toch een blamage zou zijn om later dan ons boven te komen. We highfiven als we de top hebben bereikt op 1200 meter. We zijn 2,45 uur aan het strijden geweest, de benen voelen als lood, kleding totaal nat van het zweet, maar we hebben het gered. We zijn trots en de Colca Canyon kunnen we van de bucketlist strepen. Yeaaahhh!

Foto’s

7 Reacties

  1. Claire Daniels:
    5 april 2024
    Mooi verhaal, leuke foto’s en weer een paar mijlpalen gehaald! Trots op jullie!
  2. Ashia Couturier:
    5 april 2024
    Rather you than me. It is stunning though. Well done! Now for another adventure. I must say this kind of trip I'm happy to be the armchair traveller.
    Mwah!!!!
  3. Marcel:
    6 april 2024
    Leuk Claire en inderdaad weer een mijlpaal verder!
    En Aish, ik weet zeker dat je het hier ook erg leuk zou vinden, hoewel het klimmen en dalen wel een dingetje zou zijn 🥴
  4. Ton:
    6 april 2024
    Een hele prestatie zeg en wat leuk om foto's te zien waar jullie zijn. Ben benieuwd waar de volgende trip heen gaat. Succes.
  5. Marcel:
    6 april 2024
    Leuk dat je er weer bij bent Ton 😀. Vandaag vliegen we naar Cusco. We gaan de Amazone in. Hebben we ontzettend veel zin in!
  6. Pdro:
    6 april 2024
    Free Willy misschien ??? Mvg Pdro Cortez
  7. Mattie Dekkers:
    8 april 2024
    Goed gedaan jochie........ben trots op je!!

Jouw reactie