Van Kunming naar Vietnam
9 november 2019
Snel, snel, snel, gebaart de aardige Chinese mevrouw. Ze laat ons weten dat we nog sneller moeten zijn, anders missen we de bus op zeker. Met fiets en al snellen we door het busstation van Kunming. Wederom parelen de zweetdruppels op ons voorhoofd, maar nu van de stress. De kaartjes en de paspoorten worden door de beveiliging maar half bekeken omdat de aardige mevrouw een zeer venijnige opmerking naar ze maakt. We hebben haast en dat mag iedereen weten. Maar bij de tas controle gaat het fout. De fietsen mogen de bus niet in zonder dat alle tassen zijn gescand en dus moeten ze allemaal van de fiets af. Hoezeer de aardige mevrouw ook tekeer gaat, de scan mevrouw is onverbiddelijk. Tassen eraf, anders geen bus! En dus, ondanks al onze haast, gaan alle tassen eraf en dat duurt lang! Twee beveiligers helpen vervolgens wel om alle tassen mee de bus in de sjouwen. De buschauffeur staat al te foeteren, iedereen opzij. Snel fietsen erin, zijn we niets vergeten, alle tassen aanwezig? Eindelijk zitten we in de bus, wat een toestand!
En de dag begon zo relaxed! We fietsen rond half 9 weg bij ons hotel in de Western Mountains van Kunming. Het was helemaal niet de bedoeling dat we naar dat hotel toe zouden gaan, maar op de dag dat we van Kunming naar de grens van Vietnam zouden gaan fietsen, wordt Kirsten ziek. Ze zit misselijk op de fiets en na enkele kilometers moet ze al overgeven. Dat beloofd wat! Het vroege ochtend verkeer van Kunming is druk en hectisch en Kirsten moet een paar keer van haar fiets af omdat ze zich duizelig voelt. Als ze dan ook nog binnen een paar kilometer naar het toilet moet en dat ritueel zich al snel weer herhaalt, komen we tot de conclusie dat doorfietsen op deze manier weinig zin heeft. Het zal de stress van het fietsen zijn, alles wat er de afgelopen dagen is gebeurd én de druk om uit China weg te zijn op 11 november. We hebben dus nog maar een paar dagen en moeten in die tijd wel 589 (Chinese!!) kilometers fietsen! We besluiten om een hotel op te zoeken, uit te zieken en het risico van alternatief vervoer te nemen: de bus of de trein, met fiets en al.
En zo komt het dat we 2 dagen later om half 9, weer enigszins opgeknapt op de fiets op weg zijn naar het busstation. Het is 10 uur als we het busstation binnenrijden en we aan de informatie mevrouw vragen of we met de bus mee kunnen. Als we aangeven dat de fietsen ook mee moeten begint de stress, want de bussen blijken te klein, de fietsen kunnen niet mee. Allerlei opties passeren de revue, maar geen ervan voldoet. Inmiddels heeft de informatie mevrouw versterking gekregen van de bazin van de bussen. Maar ook de buschauffeur is er bij gekomen, de aardige mevrouw die ons later tot zoveel haast aanspoort is er, nog 3 mannen van onduidelijke herkomst en tenslotte nog de vriend van de buschauffeur. Allemaal zijn ze bezig met ons probleem, maar vooral de bazin. Zij doet echt haar best om duidelijk te krijgen dat het niet gaat lukken, maar ik blijf volhouden. Ik mag persoonlijk mee om de bus te inspecteren en kom inderdaad tot de conclusie dat de fietsen niet passen. Ik stel nog voor om de fietsen een zitplaats te geven ín de bus, maar dat mag volgens de reglementen niet en die zijn heilig in China! De vriend stelt nog voor om met zijn auto naar de grens te rijden, maar hoe graag ik dat ook zou willen, de fietsen kunnen er echt niet in. En de tijd tikt maar door, onze hele groep telt 10 mensen en staat al bijna 2 uur te delibereren. Als we de middag trein nog willen halen moeten we op gaan schieten. Maar ineens, nadat we 2 uur lang “nee” te horen hebben gekregen, schrijft de bazin dat het tóch kan. We vallen bijna van onze fiets van verbazing, hoe dan? Er blijkt een bus naar een onbestemd plaatsje in de richting van de grens te gaan, daar moeten we dan verder kijken. Ja maar……, we moeten naar Hekou, de officiële grensplaats. In dat kleine plaatsje is geen hotel, komen verder geen bussen en als we er aan komen is het al laat. Gaan we niet doen! Maar nu houdt de bazin vol dat het allemaal geregeld kan worden. De oude chauffeur, 800 RMB, Hekou, schrijft ze. Op basis dáárvan en het vertrouwen dat we in de bazin hebben (al dan niet terecht!) besluiten we om die bus dan maar te nemen. En dan is het ineens haast, want de bus vertrekt bijna. Ik word naar een apart ticketloket gedirigeerd, want voor de andere loketten staan veel te lange rijen. Ik zie alleen maar boze wachtenden, maar dat kan me op dat moment niet zoveel schelen. De aardige haast mevrouw komt er bij en dan is het gaan met die banaan.
Onderweg naar het onbestemde plaatsje vragen wij ons oprecht af of we hier wel goed aan hebben gedaan? Wat staat ons straks te wachten? Tussendoor verwonderen we ons er nog wel over dat ineens de Big Ben opdoemt. Blijkt de toren in zijn geheel te zijn nagemaakt en geplaatst in een dorp van naar schatting niet eens 1.000 inwoners. Wat een land, dat China!
Wanneer de bus zijn bestemming heeft bereikt schiet ik de chauffeur aan om te vragen hoe nu verder. Maar hij lacht me tegemoet en zegt “Hekou”. Ik knik en kijk niet begrijpend. Hij dirigeert me naar buiten en wijst op een jeep die het terrein op komt rijden. Wordt dat ons volgende vervoermiddel? In no time zijn we omringd door zeker 8 of 9 mannen die allemaal hun zegje willen doen en een kijkje willen nemen. Kirsten ziet het allemaal met verbazing en blijde verwondering aan en maakt als een ware reporter foto’s en filmpjes van het gebeuren. Ondertussen kom ik tot de conclusie dat het echt niet gaat passen: 2 fietsen, 2 personen en 12 tassen. Dan wijst er iemand naar een oude truck die op het terrein geparkeerd staat. Is dat wat? Jazeker, knik ik enthousiast. De fietsen kunnen in de laadbak en de tassen in de cabine. De chauffeur wordt erbij gezocht en er ontstaat een hele discussie. Er wordt gebeld, geduwd en getrokken, met als resultaat dat zijn laadbak leeg wordt gehaald en de truck gereed is om ons de laatste 182 (auto) kilometers naar de grens te brengen voor 800 RMB. Dat blijkt nog dik 4 uur rijden te zijn, in het donker, met een oude barrel. Maar het lukt! De chauffeur wordt tijdens de rit nog een keer gebeld door een vrouw die heftig te keer lijkt te gaan. Ik stel me zo voor dat het zijn vrouw is die thuis zit te wachten met het eten, terwijl hij mompelt “schat, ik ben iétsje later thuis vanavond” 😊
In het donker doemt Hekou op en ons vallen de grandioos verlichtte torens op die hoog boven de stad uittorenen. Bij nadere bestudering blijken de torens in Vietnam te staan. We hebben het gehaald! Voor de laatste keer gedurende deze reis checken we in bij een Chinees hotel. Op 11 november moeten we China uit zijn en op dezelfde datum mogen we pas Vietnam in. Het is koorddansen geweest, maar we zijn niet gevallen. In de hotelkamer geven we elkaar een high five en genieten vervolgens van het uitzicht: de rivier en de groene vegetatie aan de andere kant: góóóóóóóóóóóóóód evening Vietnam!!!!!
Jij laat je natuurlijk niet zomaar opzij zetten.
Veel plezier in Vietnam
Heeeel veel plezier, succes en vlakke kilometers in Vietnam!
Love jullie!!
Verder denk ik niet dat er veel Vietnamezen zijn die mijn subtiele verwijzing naar de film met Robin Williams zullen lezen, laat staan begrijpen 😊😂.
Jou NONG verhaal zal ik eerst nog ff checken, want voor je het weet loop ik, net als Ome Ruud in DK, dingen te roepen die absolutely niet door de censuur beugel kunnen 😀.
Ben benieuwd hoeveel Vietnamezen ik hier tegen ga komen die “ aha, brother Badminton “ tegen me gaan roepen als ik voorbij kom fietsen en jou naam roep 😂.
Gaat goed komen ‘brother in the East’. Hoop je snel te gaan zien 😊
Ga zo door! Pak elk moment om te genieten.
Groet Jan