Van Hanoi naar Ninh Binh
28 november 2019 - Ninh Binh, Vietnam
Hanoi is geen stad waar je als reiziger erg lang wilt blijven. Ik ben in ieder geval niet diep bedroefd als we op woensdagochtend vroeg de stad verlaten. En zoals Kirsten het later zo mooi verwoordde “het was wel een staaltje van fietskunst voor gevorderden in het centrum” en ik was het volledig met haar eens. We fietsen rond 08.00 uur weg en worden meewarig nagekeken door de mensen in het hotel. Ze hadden nog zó gezegd: zouden jullie niet liever een uurtje wachten, het is nu spitsuur. Maar eigenwijs als we zijn trekken we ons daar niets van aan. Dat hebben we geweten. Het was druk in de overtreffende trap. De straten krioelen van de scooters. De auto’s en voetgangers proberen daar een beetje tussendoor te manoeuvreren. Het is wonderbaarlijk dat er niet veel meer ongelukken gebeuren en misschien nog wel meer bijzonder dat ons niets overkomt. We fietsen door heel nauwe straatjes waar iedereen gewoon maar wat doet. Oversteken zonder te kijken, scooters die je met een stevige snelheid tegemoet komen rijden en weigeren op zij te gaan, er komt zelfs een auto de steeg inrijden (!) die ons bijna ondersteboven rijdt. Van “sorry” hebben ze nog nooit gehoord. Zo’n gekkenhuis heb ik nog nooit meegemaakt en ik mag me toch gerust een ervaren fietser noemen. Maar goed, zonder kleerscheuren bereiken we de outskirts, we fietsen langs een hele mooie, rustige weg. En dat duurt dan ook direct meer dan 20 kilometer. Heerlijk, maar saai als je net uit Hanoi komt. We cruisen door leuke dorpjes waar kinderen ons tegemoet zwaaien en we merken direct dat we de stad verlaten hebben, want we zijn weer een bezienswaardigheid. In Hanoi liepen zóveel buitenlanders dat wij gelukkig niet opvielen. Maar net als ik denk dat we al redelijk gewend raken aan het gestaar en alle aandacht merk ik dat Kirsten al een tijd niets heeft gezegd. Wanneer ik naast haar ga fietsen zie ik een gezicht ietwat verwrongen door verdriet. We stappen af en voor het eerst deze reis zie ik tranen in haar ogen. Ze is al het gestaar en alle (in haar ogen negatieve) aandacht meer dan zat. Voor het eerst geeft ze aan dat ze wilde dat ze thuis was. “Daar val ik tenminste niet zo op. Al die klote Vietnamezen met hun gestaar en geroep en gelach”. En ik hoor achter deze woorden: ze zitten me allemaal uit te lachen. En hoe de vader in mij dan ook probeert om dochterlief op te peppen en haar naar andere kanten van het reizen te laten kijken en haar andere inzichten te geven, het heeft op dat moment geen zin. We besluiten bij een boeddhistische tempel nogmaals te stoppen en we gaan gewoon een tijd zonder te praten naast elkaar zitten. Het complex heeft een eigen shrine en daar steek ik 2 stokjes wierook op. Eén voor Kirsten in de hoop dat ze de negatieve gevoelens die soms de kop opsteken voor altijd van zich af kan schudden. De andere voor Aisha, ze weet zelf wel waarom.
Na ruim 70 kilometer hebben we onze bestemming, Phu Ly bereikt. We checken in bij het hotel dat de dag tevoren is gereserveerd en eten een eenvoudige edoch voedzame maaltijd. We beloven elkaar dat we meer op het eten gaan letten, meer kip en eieren, minder chocola en crackers met La Vache Qui Rie. Of het gaat lukken is natuurlijk afwachten, maar we gaan het proberen.
De volgende dag zetten we koers naar Ninh Binh. De wereld ziet er al weer heel anders uit dan gisteren en we hebben een boshut geboekt in een nationaal park. Is dat ff leuk! De tip hebben we gekregen van Huynh en de omgeving is inderdaad zoals in de boeken staat: Halong Bay, maar dan op het land. Het lijkt wel of de bergen door een enorme reus die onder de grond leeft naar boven zijn geduwd, als een soort domino stenen. Zó is er niets en ineens staat daar een berg. Vreemde gewaarwording, maar wel erg mooi. En de boshut is zó leuk. We zijn ineens in een soort oerwoud terecht gekomen. Vanuit de douche kijken we direct het bos in en als we het hutje uitlopen dan botsen we op een enorme berg van ongeveer 50 meter hoog. Dit ‘terug naar de natuur’ heeft ook een nadeel, want als we terugkomen van onze tocht naar de Mua Cave, blijkt dat we bezoekers hebben gehad. Twee van onze drie appels zijn aangevreten en ook de Mango is voor de helft op. We denken eerst aan apen, dan aan ratten of vogels. Bij navraag blijken hier veel eekhoorns te leven en aangezien we onze ramen open hebben laten staan was het niet zo moeilijk voor ze om ons met een bezoek te vereren. Weer wat geleerd. De klamboes hebben we wel uitgehangen, want die zijn nodig. Kirsten wordt in de eerste 10 minuten dat we hier zijn al 6 x gestoken. Deet is nu haar beste vriend. We besluiten er hier nog een dagje aan vast te plakken voordat we weer verder fietsen. Er is hier genoeg te doen en het weer is niet verkeerd. En ondanks de muggen en de Vietnamezen heeft Kirsten weer een lach op haar gezicht. Gelukkig maar, want een ongelukkige dochter maakt een ongelukkige vader ☹.
De foto met Kirsten en Halong Bay on land is trouwens schitterend en jaloers makend.
Ik begrijp uit jullie verhalen dat de Vietnamezen minder vriendelijk zijn, maar wat jullie tot nu laten zien is wel schitterend.
Agree with Ton, the scenery very special and luckily for you those squirrels don't cycle so your bikes were safe😉😊
En nee hoor, de Vietnamezen zijn zeker niet vervelend. Ze zijn gewoon aardig en vriendelijk, alleen zien ze blijkbaar niet veel fietsende buitenlandse toeristen (we zijn natuurlijk vaak in remote areas). Het zit meer bij Kirsten tussen de oren vrees ik.
Vandaag hebben we voor de verandering 2 scooters gehuurd om de omgeving te verkennen. Wanneer jullie wakker worden hebben wij al weer heel wat gezien hier 😀.
Ik kan mij alleen maar aansluiten bij de woorden van Ron! Zoals je weet ben ik ook in Vietnam geweest en weet dat wat Ron verteld echt waar is!!! Verder ben je zo een mooi lief mens en laat niets je op andere gedachten brengen!!
Dikke knuffel,
Sonja