Fietsdagje Kempen

5 september 2023 - Zoetermeer, Nederland

In de verte zien we hem al staan, de Sint-Petrus’-Bandenkerk, een laatgotische kruiskerk. Het is uiteraard niet dezelfde kerk die in 990 na Chr is gebouwd in opdracht van ….. jawel de Heilige Hilsondis. Deze Hilsondis was, toen ze nog niet heilig was, de dienstmaagd van de toen al wel Heilige Oda van Saksen. Er is overigens altijd veel te doen rondom Heiligdom, altijd gedoe, maar hou het er maar op dat zoiets als volgt gaat: eerst ben je een gewone sterveling(e). Dan doe je in de ogen van de Kerkvaders (altijd vaders, geen moeders) iets leuks en dan wordt je een zogenaamd in-de-gaten-houdertje. Die status kun je jarenlang hebben, maar dan ineens, al je weer iets leuks doet, wordt je bevorderd tot een soort assistent Heilige. Vergis je niet, dan bén je natuurlijk wel al iemand! En dan  hoeft er maar niet dát te gebeuren of je krijgt je uiteindelijke promotie naar Heilige. Het vervelende met dit soort benoemingen is altijd wel dat je er zelf geen weet meer van hebt, want dan ben je namelijk meestal al dood.

Nou, onze Hilsondis maakte haar promotie naar de Hemelse Eredivisie door al haar geërfde landgoederen over te maken aan de abdij van Thorn. Ja, daar maak je natuurlijk goede sier mee. Overigens heb ik uit betrouwbare bron ook begrepen dat Hilsondis niet zomaar een aardige partij landgoederen heeft geërfd, daar moet je namelijk wel wat voor dóen. Natuurlijk staat het niet als zodanig in de geschiedenisboeken en het zou ook zomaar kunnen zijn dat het navolgende volledig uit mijn volle fantasie is ontsproten, maar ik dacht ergens gelezen te hebben dat zowel boeren, burgers als buitenlui onze Hilsondis in een niets aan de fantasie overlatende ineenstrengeling hebben gezien met Heilige Oda’s echtgenoot, de Koning van Lotharingen.

Enfin, het oude kerkje heeft de tand des tijds helaas niet doorstaan en vierhonderd jaar later is de huidige kerk (zij het in een veel kleiner formaat) uit zijn as herrezen. Natuurlijk zijn er in de loop der tijd nog de nodige aan- en verbouwingen geweest, maar nu staat de toren in al haar pracht en glorie met zijn bijna 75 meter de hoogte in te kijken.

“Waar zou hier ergens het centrum zijn?” vraagt Joan zich af. Die vraag had ik niet verwacht, maar het antwoord ligt redelijk voor de hand. “We volgen de kerk, kan niet missen”. En dan fietsen we ineens het Vrijthof op. Ik zal het overigens maar direct verklappen, we zijn niet in Maastricht. Nee, ons Vrijthof blijkt een rechthoekig groen plein met een aantal grote lindebomen. ‘Vrijt’ moet hier gelezen worden als ‘Vrede’, dus eigenlijk het ‘Vredehof’.

Onze electric bikes worden ergens tussen de andere 131 fietsen gezet en dan genieten we op het terras van koffie, chocomel en twee giga gebakken. Dat zijn de Brabantse Kempen in optima forma. We zitten gezellig te kletsen en van  het uitzicht te genieten, maar vergeten ondertussen helemaal dat dit Vrijthof een rijke geschiedenis kent. Niet alleen staat de Sint-Petrus’-Bandenkerk aan de overkant, maar aan ‘onze’ kant staan ook nog drie prachtige 18-eeuwse huizen te pronken in het zonnetje. Een domineeswoning uit 1717 die ergens in de verte nog iets van doen heeft met de Spaanse successieoorlog; herenhuis De Cleyne Maen waar de chirurgijnen woonden (ik bedenk me dat ze het huis dan beter De Cleyne Bloedzuyger hadden kunnen noemen, want in die tijd deden de chirurgijnen niet veel meer dan aderlatingen en bloedaftappingen, naast mensen gewoon dood laten gaan natuurlijk; en dan nog het grote herenhuis op nr 20, dat verbonden was met de nabijgelegen Museumbrouwerij.

Maar van dat alles hadden wij op ons terras helaas geen weet. Wat wel opviel was de antieke gietijzeren dorpspomp die pontificaal in het midden van het Hof stond te gloren. Je hoeft maar weinig fantasie te hebben om je voor te stellen hoe het er in vroeger dagen aan toe moet zijn gegaan. De mannelijke arbeiders gaan met een volle maag fluitend op weg naar hun werk en de vrouwelijke moeders verzorgen liefdelijk de paar kindertjes terwijl er ’s-middags dus tijd is voor een gezellig praatje pot rondom de pomp, dus eigenlijk een praatje pomp.

Dat is de fantasie, maar ik vrees dat het er in het echie wel even iets anders aan toe ging, getuige de verhalen van hongersnood en armoede door de eeuwen heen in dit verder lieflijke dorp.

“We moeten weer verder” hoor ik Joan zeggen. Ik knik en laat de pomp verder links liggen. We fietsen Hilvarenbeek weer uit en begeven ons op weg naar Landgoed De Utrecht. Dat geheel is 2500 hectare groot, dus daar ben je niet zomaar ff doorheen gefietst. We geven onze ogen goed de kost en daarom spotten we ook een hele hoge uitkijktoren die we natuurlijk moeten gaan bekijken, want Joan is er helemaal lyrisch van. Het valt evenwel niet mee om er in te komen, want daarvoor is per persoon 1 Euro nodig en laten we die nu net niet bij ons hebben. Uiteindelijk lukt het natuurlijk toch en genieten we van een prachtig uitzicht over bossen en vennen. Wist al wel dat de Kempen een mooi gebied is, maar zó mooi? Ja, wist ik eigenlijk ook al wel 😊.

Er staat in dat Landgoed nóg een hoge toren die de moeite waard is. De lokalen noemen het De Brandtoren, een Rijksmonument in Jugendstill. Je gelooft het bijna niet, maar de Duitsers hebben deze toren met hand en tand verdedigd tegen de Engelsen in de Tweede Wereldoorlog, inclusief zwaar geschut en de toren heeft daar nada aan overgehouden. Je zou toch denken dat er wel een paar kogelgaatjes zouden moeten zitten zo her en der en misschien zelfs wel een groot kanonskogelgat, maar nee hoor, niets van dat alles. Ze moeten toen dus ook al respect hebben gehad voor ons culturele erfgoed. Ik zie het al helemaal voor me. De Engelse infanteristen naderen de toren en Hans und Dieter beginnen met hun kanon op ze te schieten dus wordt er door de hoogste Engelse rang besloten om terug te schieten “but boys, with delicacy please, we can’t take the risk of hitting the tower now can we?”

Na een 67 km lange tour de force door de Brabantse Kempen (dat is België en Nederland) eindigt de middag op een terras waar we ons de koude wijn prima laten smaken. En dan sluit Joan deze heerlijke sportieve en culturele dag af met de gedenkwaardige woorden “kom Mars, laten we maar eens opstappen, want thuis ligt er nog een heerlijke fles champagne te wachten”. Tsja, wie ben ik dan om daar tegenin te gaan 😊.

Foto’s

1 Reactie

  1. Ashia Couturier:
    5 september 2023
    Love the story telling😙