Wat een avontuur! (door Marcel)
22 september 2019
Reizend in een land als China zorgt er in mijn geval voor dat ik lastig internetbereik heb. Gevolg daarvan is dat ik bijv. wel een verhaal kan posten op reislogger en dat ik de commentaren kan lezen die geschreven worden, maar dat ik daar zelf niet op kan antwoorden. Dus tegen iedereen die een reactie stuurt wil ik graag zeggen: dank, ik vind het ontzettend leuk om alle reacties te lezen en bedenk bij mezelf het commentaar erop dat ik graag zou willen geven, maar die ik dus helaas niet met jullie kan delen. Maar ga er van uit dat ik het heerlijk vind om de commentaren te lezen, dus blijf ze vooral posten.
----------------------------------------
Het kan niet altijd mee zitten en het is ook niet altijd even leuk! Dat is bijna de enige zin die ik kan schrijven als ik nadenk over onze avontuur van (eer)gisteren. We blijken met z’n drieën een ontzettend stel amateurs te zijn als het om fietsen gaat. Omdat het zo in het schema past besluiten we thuis om onze fietsreis te starten in het hooggebergte van China. We hebben nul ervaring met bergen (nou ja, ik heb een paar heuvels beklommen in Europa, oke), nul ervaring met overleven in de bergen, we hebben weliswaar een tent bij ons, maar geen potjes en pannetjes, geen brander, er is geen eten en we spreken nauwelijks Chinees. Zie hier onze voorbereiding op dagenlang fietsen in de bergen. Dat kan (achteraf) maar tot één conclusie leiden: dat gaat helemaal fout!! En inderdaad, een spectaculair avontuur volgt.
Het is rond een uur of elf (!!) als we Shangri-La uitrijden. Ons doel is Jiulong, een dorp diep in de bergen op ongeveer 60 km afstand. Nog vóór we de stad uit zijn komen we tot de ontdekking dat Kirsten haar (dure) regenjas is vergeten. We bellen en de jas wordt alsnog met een taxi naar ons toe gebracht. Kost ons wel bijna een uur oponthoud, maar goed. De eerste heuvel is net buiten de stad en moedig starten we de beklimming, om tot de conclusie te komen dat Kirsten het tempo in geen velden of wegen bij kan houden. Ze blijkt erg veel last te hebben van de ijle lucht en kan nauwelijks ademhalen. De heuvel wordt stapvoets genomen, maar we blijven uiteraard moed houden. Een volgende, meer serieuze berg valt echter nog zwaarder. De auto’s rijden ons voorbij, steeds toeterend om te laten weten dat ze er aan komen. Kirsten heeft inmiddels al zeker tien keer stilletjes gevraagd of ze mee mag rijden. De wegen zijn goed, de omgeving soms prachtig, maar altijd totaal verrassend. Dan weer een gompa (soort tempel, want we fietsen in de Tibetaanse provincie) links en vervolgens een meanderend riviertje rechts. Door de inspanning hebben we er helaas te weinig oog voor. Na 10 km breekt het moreel en komen er dringende verzoeken van achterop om om te zien naar een plek om te overnachten. Het is rond een uur of vier. Het duurt nog zo’n vier zware km voordat we een hotel tegenkomen. Niet zomaar langs de kant van de weg, maar ergens diep in een soort ravijn gelegen. De mannen checken of het oke is en niet veel later zijn we als enige gasten ingecheckt. Het hotel blijkt te beschikken over een soort Spa, hot water uit de bergen. Het water is heerlijk warm. Kirsten gaat er niet van genieten. Zodra ze de kamer van de binnenkant heeft gezien kruipt ze in bed om er vervolgens de volgende ochtend pas weer uit de komen. Onze eerste fietsdag zit erop, we bereiden ons voor op wat komen gaat.
We hebben geleerd van de vorige dag en vertrekken nu wat eerder. Alleen al de klim terug naar de weg wordt ons bijna te veel. Het is zo stijl dat het ons amper lukt om de fietsen lopend boven te krijgen. Don en ik helpen Kirsten waar we kunnen, maar ze kijkt nu al radeloos. Dat belooft wat! De natuur is nog steeds mooi, het zonnetje schijnt af en toe en als we naar beneden fietsen bellen we alle drie naar een paar varkens die spontaan de weg oplopen, gevolgd door een herderin die haar ogen uitkijkt naar de drie fietsende Hollanders.
Het echte werk gaat echter nog komen. We klimmen en klimmen, er lijkt geen eind aan te komen. We hebben gelukkig uit Shangri-La wat brood en fruit meegenomen en onze flessen zijn gevuld, maar Kirsten is zo misselijk dat ze niets wil eten. En als ik één ding heb geleerd is het om goed eten tijdens een grote inspanning. De ene bocht omhoog volgt de ander op. We fietsen door Potatso National Park. De natuur wordt ruiger, het aantal auto’s minder, het weer slechter. We laten de moed niet zakken, peppen elkaar op waar het nodig is en Don en ik fietsen en lopen heel wat extra meters om onze enige vrouwelijke metgezel te ondersteunen waar we kunnen. Na een stevige afdaling doemt de volgende berg op. Bij de start van de beklimming begint het te regenen en naarmate we verder omhoog fietsen lijken de weergoden ons te willen testen op ons doorzettingsvermogen. Het begint steeds harder te regenen, en regen betekent ook kou. Uiteraard hebben we wel voor goede kleding gezorgd, maar tegen dit soort omstandigheden zijn we niet opgewassen. Niettemin blijven we moed houden. Wat ben ik trots op mijn twee kinderen!! Maar wat vervloek ik mezelf om ze in dit avontuur mee te slepen. Hadden we niet gewoon moeten gaan backpacken? Ik stel me die vraag steeds weer naarmate we de top naderen. We fietsen nu letterlijk door de wolken, we zitten op zo’n 3600 meter en zijn door en door verkleumd als we een paar herders bij een vuurtje zien zitten. We aarzelen geen moment en stappen direct op het vuur af. We zijn gelukkig van harte welkom en warmen ons aan het kleine vuurtje. Maar we mogen niet te lang treuzelen want op de winderige natte berg kan het behoorlijke spoken. Eindelijk bereiken we de top en krijgen onze benen even de broodnodige rust. Er verschijnt zowaar een glimlach op drie monden, zeker als we in het dal onze bestemming, Jiulong, zien liggen. Maar de blijdschap is helaas van korte duur. Jiulong blijkt een piepklein dorpje met een heel klein winkeltje waar de oude eigenaar zo lijkt weggestapt uit de jaren ’50, inclusief de grijze broek en begeleidend jasje welke door bijna alle Chinezen vroeger werd gedragen. We kopen 5 zakken chips en 3 chocolade munten, meer is er niet. In het dorp is gen restaurant en al helemaal geen hotel. We vragen bij een paar huizen of we de tent mogen opzetten (overigens regent het nog steeds, we zijn door en door nat en koud tot op het bot), maar ineens lijkt niemand ons te verstaan. We besluiten het dorp uit te fietsen, en, de raad van de Fransman die we eerder hebben ontmoet, op te volgen om buiten het dorp de tent op te zetten.
We vergissen ons echter in de natuur. We zitten in een diep dal, alles is steil, nergens een plat stuk waar we niet zichtbaar zijn vanaf de weg. Uiteindelijk vinden we een wat hoger gelegen schaapshut die tijdelijk onbewoond is. We zijn blij met alles, zolang het maar droog is. Ikzelf wil de tent in de hut opzetten en gaan slapen, alle energie is wel zo’n beetje opgebruikt. Maar we zijn kletsnat, verkleumd en het begint al een beetje te schemeren. Hoe krijgen we de fietsen de berg op, naar de hut. Don’s idee is beter. Hij belt met zijn Chinese vriendin (je wil niet weten hoe snel je verkering kunt krijgen in China als je het een beetje slim aanpakt ha ha ha) met de vraag of zij een busje kan regelen om ons naar een hotel te brengen. We zijn alle drie als een kind zo blij als het uiteindelijk lukt. De eigenaar van een guesthouse in Haba (ongeveer 80 km verderop onze route) komt ons halen. Door de bergen doet hij er ongeveer twee uur over om bij ons te komen. De fietsen worden ingeladen, alle tassen er bovenop. Het is één grote smeerboel, overal modder en nattigheid, maar we zitten in een droge auto!! De tocht naar het guesthouse is al een avontuur op zich en duurt in het donker ruim drie uur, maar uiteindelijk komen we rond 23.30 uur aan in Haba. De vrouw van de eigenaar heeft haar uiterste best gedaan om ons een heerlijke warme maaltijd voor te schotelen en terwijl de auto wordt uitgeladen kunnen wij gaan douchen. Zelden heb ik een warme douche meer verwelkomd. Voor de komende dagen hebben we een nieuw onderkomen, de wereld ziet er al weer heel anders uit dan vanmiddag, de moed en de praatjes komen al weer terug. De mens blijkt toch een zeer flexibel wezen.
Wat bizar aan het begin van jullie reis. Erg moedig van jullie. Zet door en.... aan het eind van de tunnel is altijd licht😊
Maar dat ik van jou hoor dat je een auto boven een fiets verkeert
Wat een avontuur dat belooft nog wat veel sterkte daar en geniet van de natuur en je kinderen waar je zeker trots op mag zijn
Heel veel succes.
Jullie hebben vast wel een paar dagen nodig om bij te komen en dan op naar het volgende avontuur!!
Alle Voorspoed! I'm happy to partake in your trip from my armchair😊😘
Wat een avontuur man....denk je wel een beetje aan je kinderen..
Goed dat je de route aanpast. Geniet verder en veel plezier en succes bij het vervolg van de reis.
Op de baan en in je werk had je al een enorme inzet,dus het is niet verwonderlijk dat je dit avontuur met je kids aandurft te gaan.
Zet hem op en geniet met z'n drieën van alles.