Loh Ban Ho

8 februari 2020 - Ipoh, Maleisië

We hebben Kuala Lumpur achter ons gelaten, zijn noordwaarts gereisd met de bus en aangekomen in Ipoh, de hoofdstad van de provincie Perak. De stad was vroeger bekend om zijn Tin industrie, maar heeft deze bekendheid in de loop der jaren ingeruild voor Chinees eten. De taxi chauffeur kan zijn geluk niet op als wij hiernaar vragen. “Definitely Chinese food” zegt hij met een grote glimlach. “You have to go to Concubine Street and taste the food there, delicious”! Concubine Street zal in vroeger tijden ongetwijfeld een andere bestemming hebben gehad. Ik schat zomaar in dat de rode lantaarns die er nu nog hangen nog een herinnering zijn aan oude tijden 😊. In een stad als Kuala Lumpur is het wellicht niet zo verstandig om nu, gezien het Corona virus, naar China Town te gaan, maar hier in Ipoh is dat verder geen probleem. Sterker, ons boutique hotel ligt in the Old Town, zo goed als naast het deel wat ze hier China Town noemen. We eten inderdaad heerlijk Chinees en Don glundert nu hij de Chinese taal weer kan oefenen op echte levende Chinezen (hmm, gezien alle virus toestanden is dit wel een grappige woordspeling). Iedereen gaat vroeg naar bed, maar ik zoek nog wat gezelligheid en loop de gezamenlijke ruimte van het hotel in. Er zit nog een man in één van de comfortabele stoelen en ik vraag naar wat bijzonderheden over deze fascinerende stad. Dat blijkt een schot in de roos! De man blijkt de eigenaar van het hotel, Loh Ban Ho en hij zit op zijn praatstoel. Het hotel blijkt al 4 generaties in het bezit te zijn van de familie en staat er nu inmiddels bijna 105 jaar! Negentig jaar geleden werd het gebouw gebruikt als een hardware store, maar tegelijkertijd deed het dienst als een tijdelijke stopover voor Chinese migranten die hier hun eerste stappen zetten in de Tin industrie. Ho gaat verzitten, neemt een slok van zijn koffie en vraagt of ik ook wat wil drinken. Ik schud mijn hoofd maar stel direct een tegenvraag over zijn familie. Hij vertelt graag door. “126 Jaar geleden verliet mijn overgrootvader een klein dorpje in de omgeving van Dabu, China, om werk te vinden in Maleisië. Hij vestigde zich even buiten Ipoh, trouwde en kreeg kinderen. Eén van zijn zonen, Mee Loon, nam een gok en kocht in het centrum van de stad een winkel toen hij 23 was. Dit waren de jaren van het Britse kolonialisme en de Engelsen namen aan dat je een communist was als je geen eigendom bezat of wilde bezitten. Dus mijn opa kocht de winkel om te laten zien dat hij gewoon een eerlijke business man was. Hij verkocht hier van alles aan producten die iemand nodig had in de Tin industrie”. Ik bestel 2 biertjes, we proosten en Ho vertelt verder in het Engels: “De tweede wereldoorlog gooide echter roet in het eten. De Tin industrie stokte en mijn opa verkocht steeds minder. Maar hij zag nieuwe kansen omdat veel huizen in de omgeving door de oorlog kapot waren geschoten. Hij ging spullen verkopen die mensen konden gebruiken om hun huis weer op te knappen. De business floreerde als nooit tevoren! Maar er was meer”. Ho blijkt een ontzettend leuke verteller en ik zit met plezier naar hem te luisteren. Als een ware reporter heb ik aan hem gevraagd of hij het erg vindt dat ik wat aantekeningen maak, want mijn geheugen wil me nog wel eens in de steek laten en ik zou het zonde vinden als ik zijn verhaal vergeet. “De winkel begon zich meer en meer te ontwikkelen als een soort bijeenkomst centrum voor Chinezen in de regio. In die tijd trokken veel Chinese mannen naar Maleisie om daar werk te vinden. Zodra ze werk hadden lieten ze hun vrouw en/of kinderen overkomen. Maar het kon zomaar een paar maanden duren voordat zij aankwamen. Het kon dan gebeuren dat de mannen inmiddels weer verder waren getrokken en de vrouwen dan niet wisten waar haar man was. Mijn opa bood deze vrouwen dan vaak werk, zodat ze hun verblijf konden betalen. Veel mensen kwamen naar onze winkel om naar hun familieleden te zoeken. Opa wist vaak wel waar ze waren. En zo werd de winkel ook steeds meer een soort van community centre. Na opa neemt mijn oom de winkel over, maar hij weet er helaas geen succes van te maken, waardoor de business in verval raakt”. Na zijn opleiding als architect besluit Ho om dan maar zelf de winkel over te nemen en er een hotel van te maken. Hij vindt dit een hele uitdaging, vooral omdat hij de geschiedenis van het gebouw levend wil houden. Om dit te realiseren moet hij stevig in zijn buidel tasten, want de kosten lopen flink op. Uiteindelijk blijkt het 3 x zo duur te zijn om de oude winkel te restaureren en te laten voldoen aan de eisen van de huidige tijd dan om het geheel te slopen en een nieuw hotel te bouwen. “Maar het is mijn overtuiging dat een boutique hotel als dit veel meer charme biedt voor de toerist dan een nieuw hotel, want daar zijn er al zoveel van. En door te kiezen voor een hotel als bestemming kies ik ook voor duurzaamheid, want ik weet zeker dat er nu goed voor het gebouw gezorgd wordt”. Ho heeft zijn verhaal verteld en is duidelijk trots op zijn prestatie. Hij neemt een laatste slok van zijn biertje, staat op en zegt: “Ik hoop dat je het naar je zin hebt in de stad en ik hoop ook dat je je verblijf in het hotel nu een beetje op waarde kan schatten”. Ik knik en bedank hem voor het leuke verhaal. Nu ik zijn verhaal op schrijf bedenk ik me hoe leuk zo’n spontane ontmoeting is en dat het goed is dat ik nog geen slaap had! Want als je slaapt mis je ook veel, vooral op een reis als deze!

Foto’s

4 Reacties

  1. Ton Wijers:
    9 februari 2020
    Leuk verhaal Mars, zijn er grote verschillen tussen Maleisië en bijv. Vietnam?
  2. Marcel Daniels:
    9 februari 2020
    He Anton! Ja, er zijn hele grote verschillen! Zo ver ik het nu heb kunnen bekijken is Maleisië als het westen, alleen dan in Azie. Het is hier schoon en goed georganiseerd. De bussen zijn luxe, het eten zoals je dat in Indonesie gewend bent. Het is hier echter wel een stuk duurder, in ieder geval in vergelijking met Vietnam. Het is denk ik een heerlijk land om je oude dag te slijten, maar...... ik vind het geen Azie. Wat dat dan is? Ik mis het vrije, ik mis de glimlach, ik mis de geur van Vietnam, de herrie, het ongecontroleerde, ik mis de “hello’s”. Ik weet niet of ik het goed duidelijk kan maken, want op het eerste gezicht heeft Maleisië alles om je zeer tevreden over te voelen. We gaan hier ongetwijfeld een hele leuke tijd krijgen, niet in de minste plaats vooral omdat ik Don weer dicht bij me heb, maar zonder dat vind ik het geen straf im straks weer terug te gaan. Ik verazie, hij veraziet, wij verazieen 😊
  3. Ron Daniels:
    9 februari 2020
    We zijn het enorm vaak met elkaar eens ondanks dat we totaal verschillend zijn en zo ook over Azië, ik heb inmiddels al meer dan 20 jaar ervaring in dit deel van de Wereld en Vietnam is het land waar ik me het beste thuis Voel. Alles kan, je kan rustig zeggen dat wat jij kan dromen ze het hier kunnen bouwen. Het is goedkoop, zelfs goedkoper dan Indonesië, als je wil overwinteren dan zou ik mensen aanraden dat in Vietnam te doen voor 40 euro per dag heb je een super leven hier, woon je in een mooi huis, eet en drink je meer dan dat goed voor je is. Ik heb het dus over 1200 euro per maand, daar kan je niets mee in Nederland of Denemarken, dus thuis zit je op een minimum bestaan terwijl je hier een luxe leven heb.
  4. Ron Daniels:
    18 februari 2020
    10 dagen aan het reizen in dit geweldige land en je heb niets te vertellen??? Je laatste bericht was 1½ week geleden????