Huynh en Ron
23 januari 2020 - Lấp Vò District, Vietnam
Tsja, hoe begin je een verhaal over je familie in een reisblog? Daar zit toch geen hond op te wachten, laat staan een lezer. Daar komt bij, schrijven over de een betekent tegelijkertijd het uitsluiten van schrijven over de ander, met het risico dat iemand zich tekort gedaan voelt. En een klein stemmetje in mij zegt dan: ‘dat moet dan maar zo zijn, gewoon doen wat goed voelt om te doen’. En dus zet ik mij, gelegen in een hangmat, met een koude cola naast me en de fan die een verkoelende bries mijn richting opblaast, aan het schrijven van een stukje over mijn familie. Mwah, laat ik iets specifieker zijn, over de familie die woont in Vietnam. Per slot van rekening mag het nog wel iéts te doen hebben met reizen cq het buitenland.
We hebben onze reis van Oost naar West heel grofweg in twee stukken gehakt. Eén deel Azië en één deel Amerika. Het deel Amerika moet gelukkig nog komen en daar kijk ik ook heel erg naar uit. Globaal zal dat bestaan uit het befietsen van de Westkust, van San Francisco (de stad van Lionel, de fietser die we in Vinh zijn tegengekomen), via Seattle (de stad waar Bill geboren is, de senior die we in Kunming China hebben ontmoet) tot aan Vancouver (de stad van Bruce, de rotsbeklimmer waar ik in Takhek Laos uren mee heb zitten kletsen). Daarna fietsen we oostwaarts, door de ruige natuur van Canada, via de Great Lakes (waar we in de buurt een lange kanotocht van 1 of 2 weken hopen te gaan maken) tot aan Boston, waar onze tocht waarschijnlijk zal eindigen en waar we mogelijk Ton nog gaan ontmoeten.
Het deel Azië zit er voor het grootste deel al weer op. Twee maanden China, drie weken Vietnam, drie weken Laos, drie weken Cambodia en nu weer Vietnam. Bedoeling is dat we in ieder geval nog naar Maleisië gaan met waarschijnlijk een uitstapje naar Indonesië. En in dit Azië deel is ons ijkpunt steeds geweest: het bereiken van het dorp van Huynh en Ron in de buurt van Ho Chi Minh City, het vroegere Saigon. Van het uiterste noordelijke puntje waar we zijn geweest (Beijing) tot aan het zuiden waar we nu zijn, is het in vogelvlucht 3.370 km. Mijn inschatting is dat we datzelfde aantal kilometers over land ook zo ongeveer wel hebben gefietst, misschien ietsje minder, maar zal niet veel schelen. Kun je nagaan hoeveel km het méér is als je over land en dan vooral per fiets reist, want Beijing is héél ver weg en daar hebben we natuurlijk helemaal niet gefietst.
Het dorp (niet hetzelfde dorp dat Wim Sonneveld in gedachte had toen hij hierover zong, noch Kwintsheul waar Koos Sekreve over zong in zijn persiflage van Wim Sonneveld, maar Vinh Thanh, Vietnam) van mijn broer en zijn vrouw is, voor Vietnamese begrippen, een gehucht. Het wordt doorsneden door een semi snelweg, de QL80, het heeft een markt die iedere dag is geopend van 6.00 tot 9.00 en het heeft een supermarktje. Huynh heeft een kledingshop langs de QL80 met een gigantisch reclamebord met haar (nieuwe) naam erop, waar het verkeer dus 24/7 voorbij jakkert (en de daarmee gepaard gaande geluidsoverlast krijgt ze er op de koop toe). Er staat een grote radiomast in het dorp, wat er voor zorgt dat de luisteraar nooit vergeet in een communistisch land te leven, want iedere ochtend van 5.00 tot 6.30 en avond van 17.00 tot 18.30 laat de omroeper weten hoe hij of zij denkt over de huidige situatie. Altijd fijn om op de hoogte te zijn 😊 Het dorp ligt in de Mekong delta, dus er is water, veel water. En de grond bestaat uit klei. Deze combinatie zorgt voor een ontzettend vruchtbaar land en dat merk je. Het is oogsttijd en steeds wanneer we de scooter nemen komen we langs velden vol watermeloenen, sinaasappels, mango’s, bananen en allerlei andere soorten fruit. Iedereen is bezig op het veld en ik zie zowaar ook wat mannen aan het werk. Het moet toch niet veel gekker worden. Kirsten en ik zijn vorstelijk ondergebracht in een apart huis in hetzelfde straatje waar de winkel staat. Normaal gesproken worden hier de spelers uit de badminton academy ondergebracht, maar nu is het helemaal van ons, want het seizoen begint hier pas weer in februari. H&R zijn, zoals ik dat van ze gewend ben (maar toch steeds weer verrassend), enorm gastvrij. Huynh vindt het heerlijk om Kirsten rond te leiden in haar domein, zodat dochterlief in een paar dagen tijd al heel wat familieleden heeft leren kennen. En iedereen is even vriendelijk en voorkomend. Logisch, want we zijn gasten en niet te vergeten, het is bijna Tet!! Iedereen is in een feeststemming. Ook de vader van Huynh zet zijn beste beentje voor om het ons naar de zin te maken. Toen hij hoorde dat ik watermeloen erg lekker vind ging hij direct naar de markt om een grote meloen te kopen en even later kwam hij ook met een zak mango’s aan. Aandoenlijk! En tenslotte moet ik niet de Nederlandse inbreng vergeten, mijn broer. De een heeft een pishekel aan hem, de ander vindt het een lieve knuffelbeer, maar voor mij is hij mijn oudere broer. Vroeger de jongen, nu de man, die altijd ergens op de achtergrond een beetje op mij heeft gelet, zoals het een oudere broer betaamd. De jongen die speciaal in de regen met een schep naar mijn tent in het weiland toekwam om een geul te graven zodat onze tent niet onder water zou lopen. De jonge volwassene die niet boos op mij werd toen ik zijn auto niet helemaal schadevrij weer bij hem inleverde, de kerel met wie ik heb samengewerkt in de glastuinbouw en die mij tijdens de tomatenpluk als eerste toevertrouwde een zoon te gaan krijgen. De man die mij steeds stond op te wachten wanneer ik uit NL naar Denemarken kwam en graag wilde weten hoe de reis was verlopen. De senior die ons nu trots hun nieuwe huis laat zien. Een huis die tot stond is gekomen op zijn eigen tekentafel en die nu beetje bij beetje van de grond komt, een fantasie die werkelijkheid wordt. De afgelopen twee ochtenden hebben we er samen in geklust, oude tijden herleven! Wat ben ik begenadigd om zo’n broer te mogen hebben! En voordat ik nu al te sentimenteel ga worden besluit ik met een mooie anekdote: er was eens een jongen die een bloedhekel had aan de karaoke muziek van zijn buurman. Daarom kocht de jongen de grootste stereotoren die in de stereotorenwinkel te koop was. Hij plaatste de toren zó dat ‘ie zijn geluid mooi over de rivier die achter zijn huis loopt kon laten horen en vervolgens zette de jongen het geluid op 100, nodigde zijn broer uit om een biertje te komen drinken en zette de mooiste meezingmuziek uit de jaren ’60 op die hij kon vinden. En de jongen die zo’n hekel had aan karaoke begon vervolgens samen met zijn broer, keihard alle nummers die ze uit hun jeugd kende, mee te brullen, als een soort moderne nachtegalen. Karaoke heeft uiteindelijk toch wel wat moet hij gedacht hebben en hij proostte nog een keer op de installatie die hij had gekocht en de onvoorstelbaar gezellige avond samen met zijn broer die hem dat had opgeleverd.
Je zwemmaatje
Ja, weerzien was ontroerend en het leven hier erg relaxed. Ben dankbaar voor hetgeen we ontvangen. En Ton, San Diego is inderdaad van het lijstje geschrapt. Op 11 maart vliegen we naar San Francisco: wish you to wear some flowers in your hair 😀
Heel veel plezier en op naar mooie nieuwe avonturen.