Helaas, vooruitgang

14 januari 2020 - Kâmpôt, Cambodja

“Ik heb 17 jaar in Patagonië gewoond en heb daar mijn grote geliefde Sylvain ontmoet”. Veronique, de Franse eigenaresse van ons huidige Guest House knikt naar haar vriend die bezig is in de keuken een groene groente curry voor mij en een Gado Gado zonder koriander voor Kirsten klaar te maken. “Hij woonde er al een paar jaar en samen hebben we daar een geweldige tijd gehad. We hadden een ranch met paarden, aten ’s-avonds bij het kampvuur met de gaucho’s en hebben daar op alle mogelijke manieren de liefde met elkaar bedreven. Het was hard werken, maar we hebben er een geweldige tijd gehad”. Veronique kijkt nog steeds met een liefdevolle blik naar haar Sylvain, een Fransman van bijna 55 jaar met een bos lang grijs haar en een stoppelbaard. Hij draagt een oud versleten singlet en een korte broek terwijl hij op zijn blote voeten intensief in een potje staat te roeren en meeluistert naar haar verhaal. Veronique is op dreef en het eten is toch nog niet klaar. Het is een kleine, tengere vrouw van 52 jaar en ze spreekt Engels met een heerlijk Frans accent, terwijl op de achtergrond zachte lounge muziek door de open ruimte klinkt. “Maar acht jaar geleden waren we klaar met Zuid-Amerika. We hebben de hele boel verkocht en zijn vervolgens gaan reizen. Vooral naar Australië en Nieuw Zeeland, maar we hebben ook een tijd in Indonesië gewoond. Uiteindelijk zijn we via via in Cambodia aangeland. Hier, langs de kust van de Zuid Chinese Zee, bij Kampot, hebben we letterlijk ons Paradise Island gevonden. We hebben hier langs het riviertje vier jaar geleden een stuk grond gekocht en hebben er ongeveer twee jaar over gedaan om er een paar mooie guesthouses op te bouwen, zoveel mogelijk in overeenstemming met de natuur. Twee jaar geleden zijn we open gegaan en we vinden het hier fantastisch”. Sylvain heeft het eten klaar, dekt onze tafel en schenk voor mij een koud biertje en voor Kirsten een lemon juice met ice in. Terwijl hij achter de tap verdwijnt om ook de andere gasten te bedienen blijft Veronique nog even zitten. “Het was hier zo mooi” mijmert ze. We zijn het volledig met haar eens. Toen we hier gisteren aan kwamen fietsen viel me het riviertje al op, volledig overdekt door metershoge varenplanten, bananen-, passievrucht- en mangobomen en veel bamboe. De houten hutten die stijf tegen de andere kant van het riviertje staan aangebouwd zijn volledig in harmonie met de natuur. Er zijn alleen maar natuurproducten gebruikt, hout, bamboe en riet. Ons hutje heeft een klamboe, een gordijn tegen nieuwsgierige blikken en twee houten stoeltjes op de veranda. Boven ons hoofd draait een fan zijn rondjes en blaast de warme lucht van de ene kant van het hutje naar de andere. Aan de overkant van het pad staat de douche, een houten gebouwtje met een dak van riet. Binnen moeten we ons douchen uit een grote bak met water die we over ons hoofd moeten plenzen. Verder is er een natuur toilet, dus poepen door een gat en daaroverheen houtsnippers strooien. Betere organische mest voor de grond is er niet. En overal om ons heen is het groen, groen en nog eens groen. Ik zeg tegen Veronique dat het aanvoelt alsof we in de jungle zitten. Maar ze kijkt zuur en haar glimlach verdwijnt. “Toen we het stuk grond kochten wás het ook een jungle. Zo ver als het oog reikte natuur, met op de achtergrond de Ko Touch Mountains. Je kon uren door deze mangrove natuur wandelen of varen zonder mensen tegen te komen. Vogels op de achtergrond was het enige wat je hoorde”. Ze staat op en wenkt ons mee naar boven, naar de relaxruimte waar een aantal hangmatten hangen en matrassen zijn neergelegd om te chillen of een boek te lezen. Vandaaruit heb je een wijds uitzicht op de omgeving. Veronique wijst naar het noord westen waar een hele grote open vlakte ligt, direct achter de palmbomen en de varens die hun terrein omgeven. “We hadden hier net twee heerlijke jaren achter de rug toen we een paar maanden geleden vrachtauto’s hoorde. We wisten niet wat er aan de hand was en klommen naar deze ruimte, waar we een goed overzicht hebben. Toen hebben we allebei sprakeloos toe staan kijken terwijl de mannen in de vrachtauto’s hun afschuwelijke werk deden. Alle bomen in de hele wijde omgeving werden met de grond gelijk gemaakt. In één dag tijd is die hele vreselijke kale vlakte ontstaan. En voor wat ik heb begrepen is dit nog maar het begin. Al het land hier en daar (ze wijst met haar vinger naar een groot stuk land links en rechts, voor en achter) is opgekocht door rijke Chinezen die er huizen willen gaan bouwen”. En inderdaad zie je de betonnen skeletten van de eerste huizen in aanbouw al staan. “In totaal moeten er straks bijna 1.000 huizen komen te staan. Kun je je voorstellen wat dat voor de rust en de natuur betekent! Sylvain en ik hebben urenlang gehuild. Het deed zo’n pijn om die mooie natuur afgebroken te zien worden in naam van de vooruitgang en economische voorspoed. We konden een paar dagen geen hap door de keel krijgen. We zijn echt door een rouwproces gegaan! Maar toen hebben we onze rug gerecht en nagedacht over de toekomst. Ons prachtige stukje land staat nu te koop en als het juiste bedrag betaald wordt, zijn we hier weg”. Ze klinkt nu kordaat, maar het verdriet klinkt nog door in haar stem. “En wat zijn de plannen” vraag ik. “We gaan naar India, we trekken ons daar een jaar terug om te mediteren en weer volledig tot onszelf te komen. Daarna kijken we wat op ons pad gaat komen. We gaan in ieder geval niet bij de pakken neerzitten. We weten dat alles aan verandering onderhevig is, dus ook dít. Niets blijft voor eeuwig, maar dit avontuur heeft wat ons betreft net even te kort geduurd”. Ze slikt nog een keer, maar kijkt ons dan recht in de ogen. “Maar nu ga ik nog wat te drinken voor jullie inschenken, want jullie zullen ondertussen wel dorst hebben”!

Niets is zo flexibel als de mens en inderdaad komt aan alles ooit een einde, de ene keer wat sneller als de andere. Maar wat is het toch triest om te zien hoeveel moois er uit de natuur gehaald wordt in naam van de broodnodige vooruitgang. Het zal allemaal ongetwijfeld wel ergens goed voor zijn, maar ik had het Veronique en Sylvain ontzettend gegund om nog wat langer te hebben mogen genieten van hun Paradise. Het heeft dit keer niet zo mogen zijn, maar ik twijfel er niet aan dat ze een nieuw paradijsje voor zichzelf weten te creëren. En als het dan ff kan komen we weer op visite 😊.

6 Reacties

  1. Pdro:
    14 januari 2020
    Dan ga ik mee ,Marsyboy
  2. Mattie Dekkers:
    14 januari 2020
    Jezus Mars
    Er is niet op te lezen tegen die verteldrift van jou....pffff......het lijkt wel of je meer schrijft dan fietst hahahah.
    Het blijft lekker om te lezen. Ik leef echt met die mensen mee.
    Maar goed jij kan hier nog even van genieten.
  3. Marcel Daniels:
    15 januari 2020
    Ja joh, ik lul er lekker op los. En dan zijn er nog mensen die het lezen ook 🤪🤪
  4. Marcel Daniels:
    15 januari 2020
    He Petertje, dat lijkt me een strak plan 😀😀
  5. Sidney:
    15 januari 2020
    Mooi en boeiend Marcel wat jullie allemaal meemaken, maar of het zo afmattend en zwaar is daar twijfel ik wel eens aan 😉
  6. Marcel Daniels:
    16 januari 2020
    He Sidney, maar ik heb ook nooit beweerd dat onze reis afmattend en zwaar moet zijn. Bedoeling is dat we het vooral goed naar ons zin moeten hebben en daar hoef je niet aan te twijfelen 😀😀