Onze gids in Hue

29 februari 2020 - Hoi An, Vietnam

Het is zaterdag 29 februari en daarmee realiseer ik me dat we een schrikkeljaar hebben dit jaar. Ons hele jaarschema valt in duigen, want we hebben geen 365 dagen tot onze beschikking, maar 366 😊. We moeten alles herzien en waarschijnlijk helemaal op nieuw beginnen. Hhhmmm, zou niet verkeerd zijn. Maar helaas werkt het zo niet, ik zal het moeten doen met de constatering dat onze trip er al weer bijna voor de helft opzit. We zijn bezig met onze laatste dagen in Azië en zijn neergestreken in Hoi An. Na Maleisië fantaseerde ik over een land met wat minder toerisme en kwam ik uit in Vietnam. Maar nu in Hoi An spat deze fantasie als een gigantische bubble uiteen. Want als er ergens een berg toeristen rondlopen, dan is het hier wel. In de boeken staat het stadje vermeld als wellicht de mooiste van heel Vietnam en daar kunnen diezelfde boeken wel eens gelijk in hebben. Omdat Hoi An nauwelijks een onderwerp van gesprek is geweest in de (Vietnam)oorlog, is het voor het grootste deel ook bespaard gebleven van bombardementen en dat mag redelijk uniek worden genoemd. Het heeft een ontzettend leuke old town waar je je met enige fantasie terugwaant in de 17de of 18de eeuw, ware het niet dat de toeristen (en ikzelf daarmee uiteraard niet uitgesloten), en daarmee de commercie, daar een stevig stokje voor steken. De prijzen zijn hier on-Vietnamees hoog, je wordt bijna elke shop ingetrokken door de onuitstaanbare medewerk(st)ers die menen er goed aan te doen om je midden op straat aan te klampen en hun waren aan te prijzen, uiteraard zonder dat ik daar om gevraagd heb én, zoals overal op toeristenplekken, verkopen ze alleen maar goedkope junk waar niets origineels meer bij is. Het moge duidelijk zijn, ik heb niets met dit soort commerciële flut roeptroep. Daar komt nog bij dat hoe meer de bevolking (in wat voor land dan ook) geconfronteerd wordt met buitenlandse toeristen, hoe minder interesse en dienstverlenend vermogen ze hebben. Ze gaan hun geld blijkbaar steeds makkelijker verdienen en zien de toerist steeds meer alleen als een geldpotje wat uitgeknepen kan worden. Voor dit soort oorden komt het Corona virus als geroepen. Wellicht zorgt het opdrogen van de toeristenstroom er dan voor dat men weer gaat nadenken over hoe een klant behandeld wil/moet worden. Dat gezegd hebbende realiseer ik me natuurlijk donders goed dat ikzelf volledig debet ben aan deze tirade, omdat ik er zelf voor gekozen heb om hierheen te gaan. Daarnaast vergeet ik niet om ook oog te hebben voor de meer dan 800 historische huizen in de old town, voor de vrolijke gezichten overal om mij heen en voor de gezellige sfeer als ’s-avonds alle lampionnen aangaan. Een paar jaar geleden zou ik zeggen “Wat een majestueuze feeërieke illuminatie”, nu hou ik het maar gewoon bij “prachtige liggies”.

Maar ik wilde eigenlijk helemaal (nog) niet schrijven over Hoi An, maar over onze gids in Hue. Gezeten op onze scooter tussen twee bezienswaardigheden in, wordt Kirsten (achterop) ineens aangesproken door een Vietnamese dame die naast ons komt rijden. We begrijpen niet waar ze het over heeft en doen dan wat we altijd doen in zo’n soort situatie: vriendelijk lachen en vrolijk doorrijden. Maar de aardige dame laat zich niet zomaar afschudden, blijft naast ons rijden en kletsen en gebaart even later naar de kant. Oké dan, we stoppen en zijn benieuwd wat er aan de hand is. Ze zegt dat ze hier vlakbij woont, in een klein dorp en ook dat we niet naar de tombe van de 5de keizer van Vietnam moeten gaan, omdat de 2e keizer vlakbij haar dorp begraven ligt en veel mooier gesitueerd. We zijn onder de indruk van haar kennis over onze bestemming en van haar brede lach en laten ons overhalen om met haar mee te gaan. “My name is Roi and now I am completely happy” zegt ze. Hoe makkelijk is het tegenwoordig om iemand gelukkig te krijgen 😊. We scooteren met een gangetje van 25 (!) achter haar aan en na een half uurtje doemt de toegangspoort van de tombe van Minh Mang voor ons op. “Gaan jullie maar lekker binnen kijken, ik blijf hier wel op jullie wachten”. Ze heeft ons namelijk ook al uitgenodigd om bij haar thuis thee te komen drinken en we zijn daar beleefd op in gegaan. De tombe voldoet aan onze verwachtingen, hoewel ik het donkerbruine vermoeden heb dat Kirsten er graag met wat meer snelheid doorheen zou zijn gegaan 😊. Eenmaal buiten tuffen we weer achter onze gids(in) aan richting dorp. Na een paar mooie huizen te hebben gepasseerd staan we stil voor een klein en vervallen huisje waar wat kippen en een haan op het erf rondscharrelen. Maar het huis van Roi blijkt erachter te liggen in de vorm van een houten schuurtje. We gaan zitten aan de enige tafel die naast haar bed staat en complimenteren haar voor de vorm over haar leuke huis. Ze verontschuldigt zich voor het eenvoudige onderkomen en duikt dan achter het gordijn waar ze een (zeer) bescheiden keukentje heeft. Het toilet en de douche blijken buiten op het erf van de buren. Ze heeft helaas geen suiker in huis en kan ook geen koekje of iets anders aanbieden, want dat is er niet. Haar twee kinderen zijn niet thuis en haar man werkt op het veld, die komt hooguit een keer per week thuis. Ze wil haar kinderen graag laten studeren, maar daarvoor ontbeert het geld. Ze krijgen nu les thuis bij iemand die graag zijn kennis op hun overbrengt. Wanneer we allerlei details horen over haar heden en verleden kunnen we rustig constateren dat Roi het niet eenvoudig heeft in het leven, maar gelukkig weet ze steeds weer een lach op haar gezicht te toveren. Wanneer we afscheid nemen leg ik al het geld wat ik in mijn zak gestoken heb op tafel en zeg dat dit voor haar kinderen is. Ze veegt een traan uit het oog en neemt dan hartelijk afscheid. Wanneer Kirs en ik even later in een restaurant het bezoek de revue laten passeren kan ik niet helpen om op te merken dat dit wellicht wel de meest moderne bedel techniek is die ik heb meegemaakt. “En wat dan nog” zegt dochterlief. “Als dat al zo is, dan is het toch ontzettend slim en gedaan op een ó zo lieve manier”. Ik kan haar alleen maar groot gelijk geven en vervolgens heffen we ons glas op het leven en op het feit dat wij onszelf zo verschrikkelijk gelukkig mogen prijzen dat we geboren zijn waar we geboren zijn en dat we geworden zijn wie we nu zijn. We realiseren ons maar weer eens dat niet iedereen dat geluk heeft. Proost!

Foto’s

1 Reactie

  1. Ron Daniels:
    29 februari 2020
    Erg leuk verhaal weer en dat op plaatsen waar Huynh en ik vaak zijn geweest toen we in Da Nang woonde. In Hoi An hadden we vrienden dus is ons de afzet prijzen bespaard gebleven, ben er geweest heb het gezien hoef er nooit meer naar terug juist om de reden die jij aangeeft. En dan het enorme tempel complex bij ons dorp Mars waar we helemaal alleen doorheen liepen, geen toerist te zien en het is er ook heel mooi. Nog even een bericht voor de familie in Holland, mijn Hotmail blijkt al meer dan 4 weken niet te werken (was wel lekker stil) dus als iemand mails heeft gestuurd en niet begrijpt waarom ik niet terug schrijf dan weet je het nu. Schrijf liever naar [email protected] dat werkt prima.