Couch talk

7 april 2020 - Maassluis, Nederland

Haar naam heb ik niet gevraagd. Dat lijkt me ook altijd een beetje ongepast wanneer iemand een stuk ouder is dan ik ben. Omdat de tijd ook voor mij onverbiddelijk door tikt ontmoet ik steeds meer mensen die jonger zijn dan ik dan dat ze ouder zijn. Dat is op zich niet erg, want ik vind het heerlijk om met jonge mensen om te gaan, maar daardoor wordt je wel steeds op de feiten gedrukt als het om leeftijd gaat. Daar word ik iets minder vrolijk van ☹.

De zon scheen door de bomen precies op het bankje waar ze zat. Dat zal ongetwijfeld geen toeval geweest zijn, oudere mensen zoeken nu eenmaal de warmere plekken op. Grijs haar, licht gekleurde jas en een rollator naast haar zitplaats geparkeerd. Normaal gesproken groet ik mensen in het voorbijgaan en loop of fiets ik weer verder, maar nu niet. Ik wandelde met de fiets aan de hand door het bospark Ockenburgh en ze zat er zo vredig maar ook alleen bij dat ik het niet na kon laten om mijn fiets te standaarden en naast haar te gaan zitten. En toen ontspon er een bijzonder gesprek. “Wat hebt u een mooie fiets. Die moet behoorlijk veel geld gekost hebben”. Dit soort vragen kregen we in Azië ook vaak en om mensen niet op verkeerde gedachten te brengen zeiden we dan altijd dat ze zo ongeveer € 500,00 per stuk kosten. Maar ik wist dat ik met zo’n verhaal niet weg zou komen, dus knikte ik alleen maar en begon te vertellen over de reis die ik net met Kirsten heb gemaakt en waarin de fietsen zo’n belangrijke rol hebben gespeeld. Ze bleek een aandachtige luisteraar en stelde een paar vragen waaruit haar oprechte interesse voor mij en de reis bleek. Anders dan iemand die een vraag stelt uit pure beleefdheid en waarbij je al snel zoiets hebt van ‘laat maar zitten’. “Fiets u nog of is de rollátor vooral uw reisbegeleider”? “Ach jongen, ik heb heel veel gefietst in mijn leven, maar nu lukt dat niet zo makkelijk meer. Een paar jaar geleden hebben ze me een nieuwe heup gegeven en sindsdien heb ik de hulp van dit karretje nodig” waarbij ze op haar rollator wijst. “Ik was zes toen ik mijn eerste fiets kreeg. Ik weet dat nog heel goed, want de oorlog was net uitgebroken en de Duitsers marcheerden door de stad terwijl ik op mijn fietsje achter ze aan ging en ze probeerde bij te houden”. Een snelle rekensom mijnerzijds leert dat mijn gesprekspartner dan dus zesentachtig moet zijn. “Mijn moeder werd dan zó boos dat ze dreigde mijn fiets aan onze buurjongen te geven, die zo ongeveer even oud was als ik. Ik was trots op mijn fiets, het was een gele en ik had hem van mijn vader gekregen. De aanleiding daarvoor was echter minder vrolijk. Hij was een paar dagen daarvoor voor het eerst bij mij in bed komen liggen toen moeder niet thuis was en heeft in de loop van de tijd allerlei dingen met me gedaan die ik liever helemaal zou vergeten”. Ze valt stil na deze bekentenis en ik weet ook even niet wat ik moet zeggen. Tijdens mijn werk hoor ik wel vaker minder vrolijke verhalen, maar tijdens een zonnig dinsdagmiddag gesprek op een bankje in het bos is toch net even different cook. “U moet uw vader wel gehaat hebben” probeer ik het gesprek weer op gang te brengen. “Ja, dat is zeker zo” antwoord ze met een vaste stem, “maar weet je, het blijft toch je vader en hij had ook veel goede dingen”. Dat laatste zal ongetwijfeld gemeend zijn, maar het kwam er toch niet zo resoluut uit. “Ik ben wel vroeg getrouwd zodat ik het huis uit kon, maar mijn keuze was geen verstandige. In het begin was mijn man wel lief, maar al snel begon hij te drinken. Hij was een slappeling die met alle winden mee waaide, maar thuis was er een duidelijke regel, hij slaat, ik ontvang. U kunt zich niet voorstellen wat een toestand dat bij mij thuis geweest is meneer, zeker toen de kinderen kwamen en zij er later ook getuigen van waren. Naar buiten toe was mijn man de vriendelijkheid zelve, maar achter de voordeur gingen alle remmen los. Ach, ik zal u de details besparen”. De oude vrouw knoopt haar jas dicht en maakt aanstalten om op te staan. Dan bedenkt ze zich, keert zich naar mij toe en zegt: “maar mijn tweede man was een lieverd. Daar heb ik het ontzettend mee getroffen”. Ik vraag haar of ze met hem ook kinderen heeft gekregen, maar dat blijkt niet het geval. “Dat kan ook helemaal niet, want ik was toen ruim over de vijftig toen ik hem leerde kennen. Dat was op de begrafenis van mijn eerste man. Geen van onze kinderen was op begrafenis, dat was toch wel erg. Het blijft toch hun vader. Ik mag je misschien wel zeggen dat ik absoluut geen verdriet heb gehad toen hij stierf. Wél toen hij leefde! Is dat niet triest om van je eigen man te zeggen. Maar het was wél zo”. Ze kijkt me aan en glimlacht, terwijl ik denk hoe het mogelijk is dat iemand zo vergevingsgezind kan zijn. “Hebt u nooit overwogen om te scheiden” vraag ik haar. “Nee dat deed je niet in mijn kringen”. Ik heb haar niet gevraagd wat ‘mijn kringen’ betekent, maar ik neem aan haar godsdienstige overtuiging. “Met mijn tweede man heb ik nog een paar mooie reizen gemaakt, naar Rome en naar Spanje, maar helaas overleed hij na een paar jaar. Kanker. En sindsdien woon ik alleen en geniet ik van de mooie dingen in het leven. Zoals een wandeling in het bos, luisteren naar de vogels en zitten in de zon. Eigenlijk heeft een mens niet veel meer nodig dan dat om gelukkig te zijn”. “Nou, ik weet niet of ik het zolang als u had uitgehouden hoor” zeg ik. Wederom die glimlach en haar ogen glinsteren als ze me antwoord: “het leven is toch veel te mooi om er zo kort van te genieten. Ik ben blij met elke dag die God me geeft. Daarna gaan de knoopjes van haar jas dicht, staat ze op, recht de rug en pakt ze haar reisgezel bij zijn stuur. “Het was me een waar genoegen jongeman” zegt ze en ik kan niet anders dan het beamen: “mij ook mevrouw en nog een hele prettige dag verder”. En dan loopt ze langzaam achter haar rollator aan het pad af, mij met grote bewondering achterlatend. Wat ongelooflijk knap als je dit allemaal hebt meegemaakt en dan nog zó in het leven staat! Ik pak mijn fiets en wandel in tegenovergestelde richting weer verder, een levensles rijker.

3 Reacties

  1. Paul en Gita:
    9 april 2020
    Marcel, blijf deze verhalen schrijven dan blijf ik ze lezen. Dit zijn levens verhalen.
  2. Ron Daniels:
    21 april 2020
    Weet je nog dat we vroeger met elkaar hadden afgesproken dat als een van ons een religieuze tik zou krijgen we het er met elkaar over zouden hebben want het komt niet overeen met onze overtuiging van wetenschap en feiten kennis? Toen hadden we het over de traditionele geloven met de onzin van het Christendom en aanverwante overtuigingen, hier in Azië hebben we het ook gehad over het Boeddhisme en de rust die er van uit gaat. Ik zie dit niet als een geloof en zeker het mediteren niet dus ik voel me niet geroepen je te wijzen op onze afspraak :-) Ik ben trots op een broer die zo in het leven staat.
  3. Ron Daniels:
    7 mei 2020
    Heb je net een lange mail geschreven maar heb geen idee of je ook leest dus laat ik het hier ook even weten ook al is hier ook niets gebeurd de laatste 3 weken.