The Cape Wrath Trail - wandelen in Schotland en andere wetenswaardigheden - deel 3

25 augustus 2022 - Zoetermeer, Nederland

Ik heb nog nooit geprobeerd een wijs besluit te wegen, maar nu weet ik dat zo’n besluit ongeveer drie kilo weegt, namelijk de drie kilo die ik in de B&B heb achtergelaten. Mijn rugzak weegt definitief voelbaar lichter, maar nog steeds heb ik direct last van mijn liezen als ik ga lopen. Gelukkig voor mij heeft Don een flink deel van zijn werkzame afgelopen jaar bij Bever doorgebracht, dus hij weet me goed te helpen met het aanpassen van de rugzak aan mijn lichaam. Dat voelt al een stuk prettiger, ik begin er warempel zin in te krijgen!

Al snel verlaten we het dorp en duiken na het postkantoor links het trapje af de bossen in. We komen in een ontzettend mooi stuk natuur terecht. Links beneden ons meandeert een klein riviertje, de zon schijnt op de grote varens die hier in dit dal in overvloed groeien en het is doodstil, althans, buiten de reguliere bosgeluiden. Maar het volgen van de trail (het uitgesleten pad dat hier of daar hoort te liggen) is nog een hele uitdaging. Soms lopen we goed, dan weer zijn we zoekende en net als we gefrustreerd terug willen lopen om te zoeken vinden we het pad weer. Je moet de nodige fantasie gebruiken en het helpt zeker als je iemand als Don voor je hebt lopen. Regelmatig hoor ik hem vragen “lukt ie, Pap?” en met dezelfde regelmaat hoor ik mezelf antwoorden “tuurlijk jongen”. Hoe lang is het nu al met al geleden dat de rollen nog compleet omgedraaid waren? Frustreert dat? Nou nee hoor, helemaal niet. Ik geef ruiterlijk toe dat er dingen zijn (misschien zelfs wel héél veel dingen zijn) waar hij veel beter in is dan ik. Mag ook wel, hij is 24 en in de bloei van zijn leven, ik 63 en ook in de bloei van mijn leven 😊 Maar toch, 39 jaar verschil vlak je niet zomaar ff uit.

Ondertussen zijn we op een soort geasfalteerde weg terecht gekomen en net als zoonlief roept dat we nog niemand zijn tegengekomen in de afgelopen twee uur, komt er een vrachtwagen aan denderen, volgeladen met boomstammen. Later zal blijken dat dit de eerste van twee auto’s is die we in de komende 70 uur zullen tegenkomen. We zwaaien vrolijk naar de chauffeur en gaan dan weer door waar we mee bezig waren, het filteren van water uit een stromende beek. Het waterfilter dat we bij ons hebben werkt super goed, alleen niet heel snel, zeg maar langzaam. Het duurt bijna een kwartier voordat we een 33 cl colaflesje vol hebben met fris, drinkbaar water. Het is vandaag overigens prima weer, af en toe schijnt de zon en het is redelijk warm. Het betekent ook dat het flink zweten geblazen is. ‘Kleren maken de man’ is een bekend gezegde in de mode wereld, maar in de outdoor wereld zijn kleren belangrijker dan het weer. Hoe beter de kleding, hoe slechter het weer mag worden.

Het loopt al tegen vijf uur als we het gehucht Greenfield door wandelen. Net als je klaar bent met het uitspreken van de naam heb je de buitenwijken al weer achter je gelaten. Dit gehucht telt namelijk twee huizen. Direct na Greenfield loopt de weg redelijk stijl omhoog en ik begin te voelen dat ik al zo’n zes en half uur aan het lopen ben met een hopeloos gewicht van 21 kg op mijn rug. Ik kijk met enige jaloezie naar mijn zoon, die schijnt namelijk nergens last van te hebben, terwijl hij toch zeker nog 2 a 3 kg meer sjouwt dan zijn vader. Na de top van de heuvel volgt er een weelderig bospad en daar worden we ineens geconfronteerd met een tweede auto. Het lijken de Greenfields te zijn, op de terugweg naar hun huis. Ze zetten de auto stil en vragen ons uit over onze tocht en waar we naar toe willen. “It’s a real bush out there” zegt meneer Greenfield en als ik vraag hoever het nog is tovert hij een prachtige glimlach op zijn gezicht en zegt “only five K, but rough terrain”. Ze wensen ons veel succes, het lijkt alsof zijn vrouw me een beetje meewarig aan zit te kijken en bij het wegrijden roept hij  nog “keep close to the fence”. We steken onze hand op en vervolgen onze weg.

Even later staan we voor een gesloten hek, maar het is de enige weg. Het hek blijkt niet afgesloten te zijn. Op het terrein staat een oude plaggenhut, zo een die vroeger door de arbeiders op het land werd gebruikt. Heel laag, geen ramen en zéér armoedig. De grotere boerderij die erbij hoort is mooier, maar geheel verlaten en ook de andere twee achtergelegen woningen blijken al jaren geleden hun laatste bewoners te hebben mogen begroeten.

Ik vraag me al wandelend af of deze verhuizing misschien te maken heeft gehad met de periode van de Clearances. In de periode tussen 1750 en 1860 heeft er in Schotland namelijk op grote schaal gedwongen emigratie plaatsgevonden. Na de Battle of Culloden (daar ga ik zeker nog op terugkomen), waar de Jacobieten (gemakshalve zal ik ze Schotten noemen) het verloren van de Engelsen, wilden de laatsten voor eens en voor altijd afrekenen met de clan structuur van de Schotse Hooglanden. Daarom werden duizenden Highlanders verplicht te migreren naar Engeland of de Schotse kust en kwamen er grote schaapboerderijen voor in de plaats. Mensen moesten dus plaats maken voor schapen! Met een beetje fantasie kun je een aardige vergelijking maken met het huidige stikstofbeleid en het vervelende gedoe met de boeren, zij het dat in Schotland door de Clearances duizenden mensen om het leven zijn gekomen, een minder prettige bijkomstigheid ☹. Dus als je het zó weer bekijkt dan zou je zeggen: waar zeuren die boeren over!

Direct hierna worden we door de route naar het moerasland gedirigeerd en dan begint het zware werk pas echt. Elke stap die we zetten moet zorgvuldig gebeuren want het kan zomaar zijn dat je in een hele diepe kuil stapt en dat je schoenen door de modder worden vastgezogen. We proberen zoveel mogelijk op de pollen te gaan staan, want dan weet je zeker dat het vaste grond is. We zakken weg, ploeteren weer door, zompen door, laten de wandelstokken hun onderzoekend werk doen, lopen door metershoge varensbossen, zijn de weg kwijt, lopen en wankelen weer terug en dan weer vooruit. Don heeft het van ons twee nog het minst eenvoudig, want hij loopt voorop en bij hem gaat het dan ook regelmatig fout. Zijn schoenen en broek zitten onder de modder. Ik hoef alleen maar te volgen én ik heb een korte broek aan. Het voordeel daarvan is dat ik het niet zo warm heb als Don. Het nadeel is alleen dat dit een ideale plek is voor teken. Dat blijkt ook wel want als we ons ’s-avonds controleren op teken blijkt dat Don er drie heeft en ik tien.

Hoezeer we ook proberen bij het hek te blijven (meneer Greenfield zal dat toch niet voor niets gezegd hebben), het lukt niet (altijd). Er liggen vaak stroompjes voor en we zijn al blij als je die ziet. Vaker nog liggen ze verborgen en één verkeerde stap zorgt ervoor dat je drijfnatte voeten hebt. Of je nu stevige wandelschoenen aan hebt of niet. In deze moor begin ik mijn moed te verliezen. Die five K waar meneer Greenfield het over had voelen als 25. Hoe lang kan in godsnaam vijf km duren? Achteraf bedenk ik me dat zijn five K niet dezelfde zijn als mijn five K. Want zijn vijf mile is ongeveer mijn acht km. Maar dan nog! Het is lang geleden dat ik zo af heb moeten zien. Ik word ook steeds stiller, maar Don blijft positief “nou Pap, nog een stukje, dan zijn we bij de rivier en dan zijn we er eigenlijk al zo goed als”. Ik hoor mezelf precies hetzelfde zeggen tegen mijn manneke toen hij 10 was. Jezus, is nu de tijd echt aangebroken dat je kinderen je als een soort klein kind gaan zien!? Maar het doet me wel goed om hem zo te horen praten. Niet dat ik er uiteraard ook maar één woord van geloof, want ik kan ook kaartlezen en afstanden schatten, maar vooral om te horen dat hij de moed niet verliest. Als ík de moed verlies, dan kan ik dat wel hendelen en zul je me er niet over horen, maar ik moet er niet aan denken dat hij het moeilijk zou krijgen. Natuurlijk zou ik hem dan direct op sleeptouw nemen en hem desnoods op mijn rug erbij nemen. Niet dat ik dat ook maar honderd meter zou volhouden, maar het gaat om het idee 😊.

Maar van afhaken is geen sprake, mijn zoon gaat manmoedig en onverdroten verder en eindelijk, alsof er nooit een einde aan zou komen, komen we bij de rivier aan. “Kijk Pap, aan de overkant zie ik de brug naar Poulary al liggen, alleen nog even de rivier over en dan die laatste heuvels. Zie je trouwens al deze ruïnes, denk je dat dat een kasteel geweest is vroeger”. De gewoonte van zoonlief om overal vragen bij te hebben is hij nog niet verleerd en mijn gedachten gaan even terug naar ons China avontuur, waar Don dezelfde (zij het dat er toen allemaal China vragen kwamen) vragen had. En ondanks mijn standaard antwoord “Ik heb geen flauw idee jongen” blijft hij de vragen stellen. “Denk je dat er een hek voor de brug staat Pap”, “denk je dat deze ruïnes ooit kastelen zijn geweest”, “denk je dat er zalm in de rivier hier zwemt Pap”, “denk je dat er nog mensen wakker zijn als wij in Poulary aankomen”. Ik moet in zijn ogen wel een soort alwetende God zijn en hoe graag ik dat ook voor hem zou willen zijn, ik ben het niet en op nagenoeg alle vragen is mijn standaard antwoord dan ook van toepassing. Ik blijk ook maar een eenvoudige ziel te zijn 😊. Maar goed, ik kan mijn aandacht niet teveel laten verslappen door aan China te denken, want de strijd is nog niet gestreden.

Maar dan, na nog bijna een uur ploeteren en waden, bereiken we rond 20.30 uur de brug. We zijn 10 uur onderweg geweest en hebben de respectabele afstand van 19,5 km afgelegd. Een bloedstollend gemiddelde van 2 km per uur! En ik ben doodop!

Er staat weliswaar een hek, maar die blijkt open en direct achter het hek zien we een prachtige plek om onze tent op te zetten. Gewoon normaal gras en nog egaal ook en zo te zien heeft er niet zo lang geleden nog één of meerdere tenten gestaan. Maar er staat ook een bord dat kamperen op deze plaats verboden is. Heel opstandig zeg ik tegen Don dat ik nergens anders meer heen ga, hier gaan we onze tenten opzetten en daarmee uit. Niettemin loopt Don toch nog even naar het dichtstbijzijnde huis (en tegelijkertijd trouwens ook het énige huis), maar er blijkt niemand thuis. We zetten onze tenten op en worden daarbij geconfronteerd met een nieuwe uitdaging, midges. Don heeft zich hier op voorbereid door de juiste spray te kopen. Maar deze kleine zwarte vliegjes die met hun hele familie op ons afduiken en het op ons bloed hebben voorzien prikken behoorlijk, hoewel je dat in het begin nog niet zo merkt. Maar het irritante is vooral dat ze met zo verschrikkelijk veel tegelijk zijn. Het zijn hele zwermen die elk stukje onbedekte huid opzoeken (inclusief de binnenkant van je oren en neus). Helaas blijk ik er extreem gevoelig voor te zijn en helaas heb ik dat veel te laat door. Don waarschuwt me nog, maar dit keer ga ik met het advies te nonchalant om. Daar krijg ik de rest van de reis veel spijt van, maar dan is het uiteraard al veel te laat.

Niet alleen de tenten moeten nog opgezet worden, ook het eten moet nog worden bereid. We dragen al het eten van acht dagen bij ons in de rugzak, gedroogd voedsel in een plastic zak, adventure food. En ik moet zeggen, het is echt een aanrader. Er is eten voor ochtend, middag en avond en telkens moet het dus worden aangelengd met water en gekookt op de jetboil. Het water stroomt met een stevige vaart onder de brug door, dus dat is geen probleem en de jetboil van Don laat ons gelukkig niet in de steek, dus na nog een tijdsinvestering van zo’n 30 tot 40 minuten zitten we aan de maaltijd. Hoewel, niet helemaal waar, we eten lopend, want wanneer we stil zitten weten de midges ons direct te vinden. Na zo’n uitermate intensieve dag is het niet moeilijk de slaap te vatten, ondanks dat mijn tent nou bepaald niet aanvoelt als een vijf sterren hotel 😊.

3 Reacties

  1. Ashia Couturier:
    25 augustus 2022
    Oy Mars, an adventure it certainly was. One for you with Don. Not one I am envious of.
  2. Marcel Daniëls:
    25 augustus 2022
    No, I definitely think this wouldn’t have been your call 😎
  3. Ron Daniels:
    25 augustus 2022
    Wie heeft er een boek nodig wanneer je een broer heb die zo leuk kan schrijven, ik heb inmiddels weer een nieuw toetsenbord gekocht want de letters worden niet altijd even juist weergegeven door de hoge lucht vochtigheid hier. Het lijkt me geweldig om het mooie landschap te zien de wandelingen met bepakking lijkt me echter helemaal niks. Ik denk dat ik de hele weg zou lopen kankeren. Ik hoop ook dat je de teken heel erg serieus neemt want met zoveel op een dag is de kans veel groter de ziekte van Lyme op te lopen en dat is iets wat je echt niet wil. Don heeft het misschien warmer maar het is wel 100x meer verstandig met een lange broek. Een goed geheugen hebben is aardig maar niet altijd even leuk er zijn ook een hoop dingen die je graag zou willen vergeten maar dat gaat niet. Ik kijk al weer uit naar de volgende aflevering, Ron